ill friesland', benoemd tot „eerste persoon ende opperhooffc" van 's lands vloot, kreeg opdracht om daarmede den vijand op te zoeken en zee te blijven houden; zijne onderbevelhebbers, de hoofdofficieren Jan Evertsen, luitenant-admiiaal van Zeeland, Egbert Meeusz. Cortenaer, luitenant admiraal van de Maze tevens reserve-opperhoofd, Cornelis Tromp, lui tenant-admiiaal van Amsterdam, Cornelis Evertsen, vice-admiraal van Zeeland, Volkert Adriaansz. Schram, vice-admiraal van het Noorder kwartier en Aucke Andries Stellingwerf, luitenant-admiraal van ïiiesland waien elk belast met het bevel over een „esquadron schepen „van oorlogh". De Staten-Generaal vermeenden alle reden te hebben om Johan de Witt en zijne mede-gedeputeerden te bedanken „over ende „tei saecke van hare vigilantie, moeyte, arbeyt ende goede conduitte in „het uytvoeren van hare Ho. Mo. beveelen" (1). Toch bleven vele tekort komingen; de vloot had te weinig matrozen en geschut; het kaliber van de musketten der landsoldaten liep uiteen van 12 kogels in het pondvolgens voorschrift, tot 18; Zeeland was niet in staat om 600 sol daten voor zes gehuurde hoekers of galjoten te leveren, bestemd voor liet vervoer van personeel, ammunitie en in „cas van rescontre" van gewonden, berichten, enz.; de admiraliteit van Rotterdam, die 1200 mariniers uit Brielle en Hellevoetsluis naar de vloot moest overbrengen had daarvoor 27 schepen gehuurd, „gansch onbequaem bij defect van „behoorlicke diepte zoodat de Raad van State op het laatste oogenblik voor het huren van fluitschepen had te zorgen. De postknecht, die het uitloopen der vloot uit Texel aan Hunne Hoog Mogenden kwam berich ten, ontving daarvoor tien ducatons (2). Op 13 Juni 1665 weergalmde kanongebulder aan het Scheveningsche strand tusschen de Britsche vloot onder 's konings broeder Jacobus van 1 ork tei hoogte van Lestoffe (Lowestofften zuiden van Jaarmuiden (Aaimouth) en de Nederlandsche scheepsmacht, welke geslagen en ver strooid werd; de luitenant-admiraals Wassenaer, Cortenaer en Stel lingwerf, de ritmeester Rechine Voysin, tal van landsoldaten lieten het leven. Johan Evertsen en Cornells Tromp redden wat te redden iel. De Staten-Generaal verzochten weldra een nominatie van „bequame, „weleivaiende ende dappere zeehelden, dewelcke goede getuygenisse „hebben van comportementen ende gedane diensten om tot capiteynen „in plaetse vande geblevene, voortvluchtige ende geexecuteerde gecreeert „te werden Een paar „wandevoirige" officieren hadden voor den krijgs raad te Texel moeten terecht staan. Voor Holland was 't niet twijfel achtig aan wien het opperbevel moest worden toevertrouwdniet aan een Zeeuw, maar aan den in plaats van Cortenaer tot luitenant- (1) Res. H. 29 Januari, 12, 20 Maart, 5, 29 Mei, 4,9 Juni, Res. S. G. 1G April, 4,7, Mei1 Juni 1605. De vice-admiraal Schram was de opvolger van Coert Syvertsz. Ade- j.aer, die bedankt had wegens benoeming tot Deensch admiraal-generaal. (2) Res. S. G. 30 April, 18, 26 Mei, 10 Juni 1065.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 164