ioi en Roy, volksbenaming voor St. Oedenrodevoor de ruiterij. Voorts wenschte hij het kasteel van Weert, een Munstersch leentoebehoorende aan graaf George Frederik van Waldeck, tot „place d'armes" in te richten. Simon van Bolsey en Franqois de Rovelli Zuid-Nederlandsche kolonels, kwamen te 's-Gravenhagc ten einde de bedoeling van den bisschop omtrent Weert bekend te maken; inderdaad hoopten zij met de werving van regimenten voor de Republiek te worden belast. Vele geloofsge- nooten gaven gehoor aan de roepstem van den kerkvorst; ingezetenen van ArnhemDoesburg en andere plaatsen ontzagen zich niet om verraad jegens de wettige overheid te plegen, terwijl de staatkundige verdeeling van de Zuidelijke frontieren den toeloop naar de bisschoppelijke gelederen begunstigde, t Bleek zelfs wenschelijk om eenige compagnieën, die sinds jaren in de frontieren der bovenkwartieren lagen, verder binnen lands te verplaatsen „omme soo veel mogelick is door dat middel te „prevenieren de correspondentie ende intelligentie, dewelcke met de „vyanden van den Staet souden mogen werden onderhouden". De Staten- Generaal verboden bij plakkaat alle wervingen en bevalen de comman deurs aan den Rijn om aan troepen of pas geworven volk den overgang der rivier te beletten; kleine oorlogsvaartuigen nabij Orsoy, Wesel, aan de beek bij Xanten en boven Schenkenschans bewezen daarbij diensten (1). Na beraadslaging met prins Johan Maurits stelden Hunne Hoog Mo- genden vastdat 6 compagnieën te paard en 68 te voet van garnizoen zouden verwisselen, met aanwijzing van vaste verblijfplaatsen voor de hoofdofficieren: de prins en kolonel Kirkpatrik te Zwolle, de Rijngraaf te Arnhem, de kolonels, luitenant-kolonels en majoors in verschillende plaatsen aan den Rijn en den Yssel, te Breda, Grol, Bredevoort, Coe- vorden en in Oost-Friesland. Men hoopte zoodoende de troepen in geval van nood „des te bequamer ende spoediger" te verzamelen, waartoe tevens strekte de machtiging aan den prins en de gedeputeerden te velde om patenten uit te geven. De'indeeling der cavalerie in vier regimenten van zes compagnieën onderging wijziging tot vijf regimenten van vijf compagnieën; bij de vier reeds vroeger vermelde regimenten voegde zich als eerste in ranghet regiment van den Rijngraaf, waarbij majoor Simon van Haersolte; eerstgenoemde vertrok weldra naar zijn gouver nement Maastricht. Uit de lijsten voor deze regeling (van 11 Augustus) bleek 't dat ze evenmin als de vorige van 28 Juli met de vereischte zorg waren opgemaakt, of zooals de prins zich uitdrukte „seer „discreperende"o. a. had Holland officieren voor de vloot aangewezen, die door den Raad van State bestemd waren voor het veldleger, ook omgekeerd (2). (1) Ros. S. G. 20 Juli, 1422 2731 Augustus, 1,5, 9—11, 15 September, Res. R. v. St. 25 Augustus, Ros. H. 4 Augustus, 10, 13, 15 September, G. P. B. III 140 dd'. 27 Augus tus 1GG5. Zie Aanteekening N° 31. (2) Res. S. G.'411—15, 18—21, 27 Augustus, 23 September, Ros. H. G October 1GG5. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 181