171 Inmiddels hield de Rijngraaf zich sinds 18 November bezig' met de samenstelling van het „corps d'armee", hetwelk met de Franschen zou samenwerken. Wegens verzuim der bondgenooten om gelden voor de leeds toegestane verhoogde troepensterkte beschikbaar te stellen, vlotte de werving zeer gebrekkig en ongelijkmatig, zoodat 't, mede door de detacheeringen bij de vloot en andere oorzaken, onmogelijk was om geformeerde regimenten voor het gros aan den Yssel te bestemmen. Wel groeide dit aan tot 88 compagnieën te voet en 38 compagnieën te paard, doch in kunstmatig regimentsverband en onder bevelhebbers, die elkander en den troep nauwelijks kenden. De sterkte, organisatie en het uiterlijk voorkomen stonden verre bij de Franschen ten achter. De Raad van State had voor verschillende behoeften gezorgd „voor sooveel de „directie haer daervan was competerende"maar achtte zich verplicht „bij dese occasie bekent te maecken, dat tot noch toe aen haer geen „de minste kennisse directelick was gegeven vande gelegentheyt ende „constitutie vande artillerie, ammunitie ende verdere oorlochsbehoeften „onder de respective officieren te velde berustende": daarentegen wel van „de defectenwaer over sij uijt verscheijde missives aan Ho. Mo. „geaddresseert, gesien hadden dat int gros ende int wildt geclaecht was „geweestAangezien 't in de bedoeling lag om den vijand in het veld aan te tasten, geen belegeringsoorlog te voeren, zouden slechts zes veldstukken van 6 15, vier van 3 15, een kamerstuk van 24 15, voorts 200 schoppen en spaden met 50 houweelen worden medegenomendoch bij den aanvang van den marsch waren slechts twee mortierengeen granatenhandgranaten en biesbruggen voorradig, de vuurwerkers nog niet aanwezig; het ontbrekende geschut werd nog uit Dordrecht, de munitie uit Delft verwacht. Van de 500 benoodigde wagens waren slechts 198 afgeleverdUtrecht zou het ontbrekende aantal bezorgen doch „gelet het hoyhaver ende stroo nu soo schaers ende qualijck te „becomen was" tegen verhoogd loon: 5 a 7 in plaats van 3 per per dag en per voertuig. Het opbreken van den Yssel werd mede ver traagd, wijl verscheidene compagnies-commandanten gedurende zes tot negen maanden geen leening hadden ontvangen. Ofschoon volgens oud gebruik bij den afmarsc'n onder trompetgeschal en trommelslag aan het hoofd van elk regiment de „Articulbrieff ofte Reglement opte discipline „militair moest worden voorgelezen, was daarvoor geen enkel formulier voorhanden. Zoowel bij groote als bij kleine dingen schoot men bij het Staatsche leger te kort. Daarbij zouden de verwachtingen omtrent het Fransche secours bitter worden teleurgesteld (1). (1) Res. S. G. 11, 16, 19, 22, 23, 28, 29 November, 1, 8 December, Res. R. v. St. 11, 17 November, S. G. Lias loopende 166-5 dd. 18, 20, 21, 26, 29 November, 6 December, Res. S. G. 2 Maart, 12 April, Res. R. v. St. 15 Maart, S. G. Lias loopende 1666 dd. 23 Januari. Het Reglement op de discipline komt voor in het 45ste Boek van Aitzema's „Saken van staat „en oorlog". Zie Aanteekening N° 34.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 191