172
Op 29 November kwamen de autoriteiten op liet huis te Eerbeek samen.
Generaal Pradel wilde de troepen laten inrukken wegens gebrek aan
zwaar geschut en mortieren, ongeschiktheid der wegen voor zware
vrachtengebrek aan levensmiddelenhet vergevorderde seizoen en de
kansen op ziekte door koude en ongemak, waardoor de legers „comen
„te smelten". Hij verklaarde echter te zullen gehoorzamen, wanneer
prins Johan Maurits anders besloot. De prins, door de gedeputeerden
tot spoedig handelen aangespoord, beval om op 1 December over den
Yssel te gaan, elk soldaat voorzien van levensmiddelen voor vijf dagen,
met het voornemen om over Lochem en Bredevoort het stift van Munster
aan deze zijde van de Lippe binnen te rukken vier gedeputeerden vertrokken
naar Wesel om troepen uit de Rijn-vestingen marschvaardig te maken
en levensmiddelen bijeen te brengen. Pradel opperde nieuwe bezwaren
's konings soldaten waren gewoon „geen andere charges als hare wapenen
„te draegen, ende dat de vivres haer van dagh tot daghinde respective
„quartieren gelévert moeten werden"; bovendien weigerden zij rogge
brood, begeerden tarwebrood en pleegden allerlei buitensporigheden. Voor
het medevoeren van levensmiddelen, anders dan bij den man, kwamen
wagens te kort, zoodat de marsch nogmaals werd vertraagd. Omtrent
deze omstandigheden ingelicht, oordeelden de Staten-Generaal dat „den
„dienst vant Lant, mitsgaders de eere ende reputatie vanden Staet ende
„gerustheyt vande goede ingesetenen, die schot ende lot betaelen" een
krijgshandeling noodig maakte, doch lieten de beslissing over aan de
gedeputeerden en den prins, terwijl zij d'Estrades om medewerking
verzochten ,,t' gunt tot eer ende glorie soo van Sijne Majesteit als van
„hare Ho. Mo. in desen sal dienen". Mooie woorden, doch niet in over
eenstemming met het nakomen der geldelijke verplichtingen door de
bondgenooten: in de kas van den ontvanger-generaal waren nog geen
12.000 aanwezig, een som veel te gering om den veldtocht te openen (1).
Toch geschiedde zulks! Op 7 December nam de marsch of gelijk 't
toenmaals heette „de optocht" een aanvang. Twee dagen later kwam
men voor Lochem, ondanks den door Türenne gegeven raad om Lingen
te-bezetten, waardoor de Munsterschen genoodzaakt zouden zijn om hot
Nederlandsche gebied te ontruimen. De luitenant-kolonel graaf Johan
van Hornes trad bij het beleg op als generaal der artillerie. Een ver
kenning onder majoor Ernst Willem van Haren met 400 ruiters stuitte
bij Hengelo op een overmacbtigen vijand, waarbij de ritmeesters Warfusé(2)
en Robert Honiwood in krijgsgevangenschap geraakten. Grol capituleerde
na een vierdaagsch beleg; den 14den December verliet de bevelhebber
Nicolaas van Elvervelt de vesting met 350 soldaten „slecht gecondi-
(1) Rus. S. G. 23, 25 November, 2, I, 5, 7 December, Res. H. 2 December, S. G. Lias
loopende 1665 dd. 3 November, 4, 10, 11 December.
(2) Floris Karel van Beijeren Schagen, graaf van Warfusé.