176
hulp van graaf Diederik van der Natti zijne brandschattingen op
Staatsch gebied (1).
De toebereidselen voor de samenstelling van een leger om in het
voorjaar van 1666 den veldtocht te gaan openen, hadden het gewone
omslachtige verloop. Op 28 Januari werden de gedeputeerden te velde
aangewezen, op 27 Februari prins Johan Maurits tot generaal en opper
hoofd benoemd; hij legde op 9 Maart den eed af; voor geheime corres
pondentie en diensten werden hem 5000 toegekend, 1000 per week
voor zijn tafel. Holland stelde de volgende benoemingen voor: de prins
van Tarente tot generaal van de cavalerie, Wigbolt van der Does van
Noordwijk tot generaal der artillerie, graaf Johan van Hornes tot
sergeant-majoor-generaalluitenant-kolonel Pain et Yin tot kwartiermeester
generaal, kolonel Adriaan Cuyck van Meteren tot superintendent van
den krijgsraad, luitenant-kolonel Robert van Itter.sum, sergeant-majoor
Guillaume de Perponcher-Maisonneuve en kolonel Thomas Dolman tot
brigadiers. De provincie achtte den hoogen leeftijd van David van
Marlot een bezwaar om de betrekking van superintendent van den
krijgsraad, sedert 1648 door hem bekleed, na 1658 zonder traktement,
langer waar te nementoch bood hij zich aan het ambt te velde te
bekleeden. Kolonel Dolman, die bij een vorige gelegenheid nog als
luitenant-kolonel, en de pas tot kolonel benoemde luitenant-kolonel
van Ittersum waren ongenegen om de benoeming te aanvaardenzoodat
Holland voor den dienst als brigadier nader aanwees de sergeant-majoors
Reiïjier Bisschop en George de Hartoge van Valckenborch. In dien
tijd achtte men de betrekking van brigadier te min voor een kolonel
welke opvatting onder den stadhouder Willem III zou veranderen, toen
de rang van brigadier tusschen die van kolonel en generaal-majoor werd
ingeschoven (2). De benoemingen strekten alleen voor den veldtocht.
Op 1 Maart moesten de Staatsche compagnieën voltalligde compagnieën
Franschen bovendien met 25 man versterkt zijn. Zekerheid, dat de
sterkte niet slechts op papier bestondontbrakte Doesburg waren geen
800 man aanwezig, terwijl het garnizoen 1200 man moest tellen; gedeel
telijk lag de oorzaak daarin, dat de compagnieën nog geen werfgelden
voor de nieuwe versterkingen hadden ontvangen. Onderstaande regi
menten zouden geformeerd worden
Regimenten infanterie van acht compagnieën
te velde: onder de kolonels John Kirkpatrik, Ernst van Ittersum,
Adriaan Cuyck van Meteren, Louis de Taillefer-Moriac Hans Wil-
(1) Res. S. G. 8, 12-14, 1G, 19, 27 Februari, 5, G, 11 29 Maart, 19, 20 April, 21 Mei
Res. II. 14, 1G, 18 Februari, S. G. Lias loopende 1GGG dd. 19 Februari.
(2) Ros. S. G. 27 Februari, 9, 27 Maart, Ros. II. 25 Maart, 2 April, Comm. S. G. 28
Januari, 27 Februari 1GGG.