197
daartoe moesten willekeurige compagnieën tot tijdelijke regimenten ver-
eenigd worden. De patenten voor het bijeentrekken van 10 regimenten
te paard ad 6 compagnieën en 22 regimenten te voet van 8 compagnieën
werden opgemaakt doch voorloopig niet uitgegeven, zoodat de provin
ciën vrij spel hadden tot het aanbrengen van veranderingen. Holland
beweerde dermate van militie te zijn ontbloot, dat, bij gebruikmaking
der patenten van den Raad van State, Heusden, Geertruidenberg en
Clundert geheel, Brielle, Hellevoetsluis en Texel nagenoeg zonder be
zetting geraakten; bovendien bevonden zich drie der aangewezen com
pagnieën op zee. ZeelandFriesland en Groningen verklaarden geen
enkele compagnie te kunnen missen, 't Bleef dus zeer bezwarend om
compagnieën aan te wijzen, die werkelijk hare bestemming zouden be
reiken, te meer nog na ontscheping der landsoldaten van de weldra te
verwachten thuiskomende vloot. Ad was men 't na lang tobben eindelijk
eens gewordenkon toch nog niet op spoedig bereiken der nieuwe stand
plaatsen worden gerekend. De soldaat was gewoon om na een marsch
van hoogstens drie uren een paar dagen ten koste van den huisman uit
te rusten. Om daarin verandering te brengen, werd de verouderde en
onvolledige order van 14 December 1600 vervangen door een nieuwe met
verschillende bepalingen betreffende den marsch, die door een commis
saris zou worden geleidde inkwartiering van het voetvolk zoo mogelijk
in kerken of in publieke gebouwen, van de ruiterij tegen vergoeding (1).
Tijdens het gereedmaken der patenten kwam de keuze van een opper
bevelhebber ter sprake. Sommige provinciën zouden ongetwijfeld van de
gelegenheid gebruik maken om op de benoeming van den prins van
Oranje tot kapitein- en admiraal-generaal aan te dringen. Joiian de
Witt, voorziende dat bij 's prinsen meerderjarigheid die benoeming niet
te keeren vielspiegelde de Staten van Holland voordat zij tot behoud
hunner volle souvereiniteit het stadhouderschap voor eeuwig moesten
afschaffen, ten einde aan een Oranje de mogelijkheid te ontnemen zich
ooit boven hen te verheffen. De waarschuwing gaf op 5 Augustus
1667 geboorte aan het „Perpetuel Edict en eeuwiglidurende Wet, tot
„voorstant vande Vryheit, mitsgaders tot conservatie vande eenigheyt
„ende vande ghemeene ruste van den Lande van Hollandt ende West-
„Vrieslandt". Het besluit bleef aanvankelijk voor de bondgenooten ge
heim. Toen een benoeming tot kapitein- en admiraal ter sprake kwam
bepaalde Holland zich tot de aanbeveling om die betrekkingen voorloopig
niet te begnven. Hunne Hoog Mogenden vonden door de gevoerde ge-
dachtenwisseling aanleiding om onderstaande voorstellen aan het oor
deel der bondgenooten te onderwerpen, in de verwachting dat men,
(1) Res. S. G. 5 Februari, 17, 212S Mei, 3, 4, 6, 11—17, 24, 30 Juni, 16, 18 Augustus,
29 October, 4 November, Seer. Res. S. G. 11 Juni, 8 Juli, Seer. Res. H. 20, 26 Mei6 Augus
tus, Res. R. v. St. 3, 10, 14 Juni, Res. H. 21 December, G. P. B. III 151 dd, 16 Januari
1667.