van prins Johan Maurits van Nassau, den Rijngraaf, Johan van Welderen, Ludolf van Steenkuysen, Godart Frederik van Reede, Maurits yan Solms, Frederik Maurits de la Tour d'Auvergne, Mau rits Lodewijk van Nassau-La Leck; cle infanterie-regimenten van John Kirkpatrik, Wigbolt van der Does van Noordwijk, Walter Scott van Balweary, Pieter van Wassenaer-Sterrenburg, Louis Erskine Thomas Dolman, Mathijs van Aperen, Ti-ieodorus van Vrijbergen, Caspar de Mauregnault Simon Schotte Filips van Steelandt, Louis deAquila, Jacob van Goltstein, Filips de Saugy, Bernard van Witt genstein, George Johan van Weede Walenburg Ferdinand de Per- poncher-Sedlnitzky, Willem Adriaan van Hornes, Daniel de Gennes Felin, Hartman Gotfried van Stein Callenfels; te Zutphen en omstreken: de cavalerieregimenten van den prins van Tarente, Anthony" van Haersolte, Zeger van Rechteren-Almelo en George Frederik van Schwartzenberg de infanterie-regimenten van Hendrik Trajectinus van Solms, Ernst van Ittersum van den Oosterhof, Louis de Tail- lefer-Moriac Hans Willem van Aylua, Otto van Limburg Stirum, Andolf Clant, prins Hendrik Casimir, Wigbolt Broersema, Gerrit van Amama, Jean Barton de Mombas; te Maastricht: de infanterie-regimenten Van Frederik van Nassau-Zuylenstein Adriaan Cuyck van Meteren, Johan van Beveren en Robert van Ittersum; de cavalerie-regimenten van Boudewijn van Soutelande en Simon van Haersolte. Bij het regiment Meteren ontbraken de meeste subalterne en alle hoofdofficieren: de kolonel was president van den krijgsraad te velde, de luitenant-kolonel Johan van Paffenrode com mandeur van Gorinchem, de sergeant-majoor Reinier Bisschop deed elders dienst als brigadier, de kapitein Reinoud van Bochoven trad op commies der artillerie te velde; zijne compagnie, welke te Breda bleef, moest door een andere worden vervangen; te Wesel: de infanterie-regimenten van George Wolfgang van Schwartsenberg, Caspar Richard Hundebeck; het cavalerie-regiment van Josef van Catzler. De Raad van State maakte eene lijst op van de overblijvende com pagnieën om desgevorderd een tweede corps d'armee of corps de reserve samen te stellen (1). Als algemeenen bevelhebberen chef was, wegens afwezigheid van prins Johan Maurits van Nassau naar het Hof van keizer Leopold, de veld maarschalk Wirtz aangewezengedurende zijn vertrek naar Overijssel (1) Res. S. G. 17, 19, 25, 28—30 Maart, 17—19 April, Res. R. v. St. 17 Maart, 23 April, Res. H. 12 April 1GG8.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 225