208 in de Republiek voor huns gelijken gebruikelijk was; zij waren slechts verplicht elke verandering van verblijf ter kennis van de Generaliteit te brengen (1). Inmiddels waren de te Aken onder voorzitterschap van den pauselijken nuntius gevoerde vredesonderhandelingen geëindigd en, na vaststelling der beslissing op 15 April te St. Germain en Laye, op 2 Mei 1668 de voor waarden onderteekend. Frankrijk behield Charleroi, BincheAthDouay fort d'EscarpeDoornik, OudenaerdeRijssel, Armentières, Kortrijk, Winox- bergen en Veurne. De andere veroveringen kreeg Spanje terugnadat koning Bodewijk zorg had gedragen voor de ontmanteling der sterkten van Franche Comté. Deze uitslag was geenszins naar den zin van Johan de Witt die de toekomst donker inzag. Hij meende het Drievoudig verbond „tot perfectie" te brengen door een op 5 Mei te Westminster met Groot-Brittannië en Zweden gesloten nader verdrag, hetwelk aan Spanje de onschendbaarheid zijner overige bezittingen moest waarborgen. Zweden verbond zich tegen een Spaansche subsidie van 60.000 rijks daalders per maand om bij het uitbreken van vijandelijkheden een leger beschikbaar te stellen. De aanbieding van een geldleening, twee mil- lioen tegen vijf procent, door de Republiek was niet onbaatzuchtig: Spanje zou als onderpand tijdelijk afstand doen van de stedenkasteelen forten en plaatsen van Argenteau, Navaigne, StevensweerdYenlo met bruggenhoofdGelder, St. Isabella en St. Donaes, alle met Staatsche garnizoenen onder Staatsche gouverneurs te stellen. Dezen mochten alleen militair gezag uitoefenen en moesten aan wederzijdsche commissarissen den eed afleggendat zij de rechten zouden handhaven van Zijne Ma jesteit als „ware eygenaer"van Hunne Hoog Mogenden als „pantheeren" in oorlogstijd waren zij mede met de verdediging der hun toevertrouwde plaatsen belast. De onkosten aan forticatiën en geschut, het onderhoud van 16 compagnieën Staatsch voetvolk van 96 man, tegen 1871 ten 42 dagen, kwamen ten laste van den waren eigenaar. Toen Spanje bleef talmen, drong de Republiek sterk aan op het nemen eener beslis sing „alsoo hare Ho. Mo. vertrouwen, dat het een poinct van voor- „sichticheyt sal syn, dat den Coninck van Spaigne, door middel vande „penningen op de voorschreve verpandinge te verstrecken, syne steden „ende sterckten door nieuwe fortificatiën, ende alle verdere practicable „middelen, in meerder seeckerheyt moge brengen als voor desen, ende „oock daer door avanceren ende tot perfectie te brengen moge soodanige „andere alliancien ende verbintenissen als tot seeckerheyt vanden ge troffen vreede sullen connen dienen ende specialick het Tractaet van „tripel verbont tüsschen Englandt, Sweeden ende hare Ho. Mo. onder- (1) Res. S. G. 2130 Maart391315 18 23 28 April14 5 8, 9 MeiComm. S. G. 21 Maart, Res. R. v". St. 30 Maart, 12 April, S. G. Lias loopende 1CG8 dd. 1, 3, G, 8 Mei.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 228