214 Op 25 September, dus juist een week later, droegen zij aan den Raad van State op om de voorstellen van Holland tot reductie en cassatie onder inachtneming van de volgende bepalingen ten uitvoer te bren gen (1) ci. De in 1665 en later aangeworven militie te ontslaanuitgezonderd het regiment Wirtz (1 compagnie van 80 en 15 compagniën van 60 hooiden), het regiment Van Stein Callenfels (1 compagnie van 80 en 14 compagnieën van 60 hoofden), benevens 21 van de beste compag nieën: het laatste in dier voege, dat 21 andere compagnieën door uit sterven der kapiteins en naar keuze der provinciën achtereenvolgens werden gelicentieerdals getal der compagnieën aan te houden uit te sterven op Gelderland 3 1 Holland 14 Zeeland 4 1 Utrecht 3 1 Friesland 6 2 Overijssel 2 1 Groningen 8 1 21 21 Holland nam, als belooning der volgzaamheid van GelderlandUtrecht en Overijssel, de drie door deze provinciën te licentieeren compagnieën over, waardoor ze van het verdere onderhoud werden ontlast. Holland besliste verder dat ook de compagnieën gardes aan cassatie (ontslag) en licentieering (ondersteeking) zouden worden onderworpen; in November had reeds de licentieering van een dezer compagnieën plaats. De ver goeding aan de ontslagen kapiteins voor de op eigen kosten aangeschafte wapenen veroorzaakte langdurige onderhandelingen (2). b. Te reduceeren cavalerie. van de compagnie garde Holland31 paarden n van prins Joiian Maürits 37 garde Zeeland36 van den Rijngraaf27 van den prins van Tarente 22 9 compagnieën-colonnelle ad 31 paarden 279 3 - te 's-Gravenhage ad 31 paarden 93 35 ad 34 paarden1190 (1) Res. H. 27 Juli, 3 Augustus, 25 September, Res. S. O. 25 September 1GG8. (2) Res. H. 2526 September22 NovemberRes. S. G. 6 16 October 1G6824 30 Januari 8, 11, 21 Februari, Res, R. v. St. 21 Januari 1G69, 77 77 77 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 234