222
Be provinciën konden betreffende de overcompleten naar goedvinden
beschikken. Holland ging met de indeeling van 1159 man als volgt te
werk
vermeerdering der 44 Hollandsche compagnieën te Maastricht
met 80 man, in plaats van met 12, waarvoor dus noodig
44 X 18792 man
vermeerdering van 4 compagnieön-colonnelle en een compagnie
garde met 10 man50
vermeerdering van een compagnie Franschen van 50 man
met 4040
vermeerdering der 6 Hollandsche compagnieën te Rijnberk met
40 manin plaats van met 12, waarvoor dus noodig 6 X 28. 108
dezelfde vermeerdering van 2 compagnieën te Meurs 56
vermeerdering van 2 Hollandsche compagnieën te Orsoy, de
eene met 27, de andere met 26 man58
1159 man.
Een voorstel van Friesland om ook de compagnieën van 50 man op
grootere sterkte te brengen werd niet aangenomen (1).
Het voorgenomen bezoek van koning Bodewijk aan zijn pas verworven
Vlaamsch gebied spoorde Hunne Hoog Mogenden aan om Zijne Majesteit,
nu hij zoo nabij hunne grenzen zou komen, te laten begroeten. Zij droegen
de eerbewijzing op aan den majoor der cavalerie Jacob van Wassenaer-
Obdam, gouverneur van Willemstad, wien de ritmeesters Albrecht van
Dohna en Hendrik van Nassau-Ouwerkerk vergezelden. Te Duinkerken
ontving de koning zijn schoonzuster Henriette Maria Stuart, gehuwd
met zijn broeder Filips van Orleans en zuster van Karel II van
Groot-Brittannië. De prinses, nog wel „moeye matei-nel" van prins
Willem Hendrik van Oranje, legde bij het bezoek de grondslagen voor
het verbond van Groot-Brittannië en Frankrijk, waarvan de gevolgen
voor de Republiek zich niet lang zouden laten wachten. De prinses
overleed kort daarna, 30 Juni 1670. Niets wetende van de gevoerde
afsprakendacht men voor het oogenblik in de Republiek niet aan gevaar.
Holland verkoos „bij dese vreedsame tyden" de onlangs geworven 5000
man niet langer dan tot het einde der drie heeremaanden aan te houden
Zeeland wilde hen reeds eerder ontslaan. Hunne Hoog Mogenden ver-
eenigden zich als gewoonlijk met het gevoelen van Holland, zegge
Johan DE Witt, en vergunden reeds in Augustus aan de naar Maastricht
gezonden hoofdofficieren om naar hunne gewone verblijven terug te
keeren (2).
(1) Res. s. G. 4, 9 April, 8 Mei, Res. H. 17, 18, 24 April 1070.
(2) Res. S. G. 24 Maart, 20, 28 April, 1, 2 Mei, 0 Juni, 2,9, 15, 24 Juli, 0 Augustus,
30 September, Res. R. v. St. 5 Mei, Res. II. 23 April 1070.
V