228
„alle geluck ende lie Ijl ende voorspoet op syne reyse". Thomas Butler,
graaf van Ossery, zwager van Maurits Bodewijk van Nassau-Bever-
weerd, haalde op 12 October den Prins uit Nederland af. Deze was ver
gezeld door een groot aantal officieren, allen gekleed in lichten rouw
wegens het overlijden zijner tante, de hertogin van Orleans. In Fe
bruari 1671 keerde de Prins in het vaderland terug (1).
S. MISBRUIKEN BIJ HET LEOER.
Gedurende het jaar 1671 verontrustten aanhoudend geruchten omtrent
buitenlandsche militaire maatregelen en aan Frankrijk toegeschreven
bedoelingen de gemoederen in de Republiek. Johan de Witt verloochende
geenszins den volksaard door al te vast op de onschendbaarheid der
tractaten met vreemde mogendheden te vertrouwen. Pas toen 't reeds
te laat was vielen hem de schillen van de oogen. Dreigde gevaar, dan
schonk men in de Republiek wel aandacht aan de middelen van verweer
doch elk der bondgenooten blikte niet verder dan tot zijn provinciale grenzen.
De generaliteit stond machteloos daartegenover. Hoe nuttig of nood
zakelijk hare voorstellen ook waren, liet de beslissing veelal zoo lang
op zich wachtendat alle voordeelen van snel en doordacht handelen te loor
gingen. Afgezien van de sterktemoest het over zeven bondgenooten
ordinaris en exlra-ordinaris verdeelde Staatsolie leger 't afleggen tegen
een legerinrichting met eenheid van gezag en beheer, als het Fransche
legerwaarbij de minister van oorlog Louvois door kortekrachtige ko
ninklijke bevelen de bestaande misbruiken had weten op te ruimen. De
dagen van Maurits en Frederik Hendrik, toen het leger der Republiek
aan alle vreemde potentaten ten voorbeeld strektewaren voorbij. Thans
kon geen enkel leger met het Fransche wedijveren. Lodewijk XIV be
schikte bovendien over de grootste veldheeren van den tijd, Turenne,
Condé en den vestingbouwkundige Sebastien le Prêtre de Vauban
terwijl de onderbevelhebbers met zorg gekozen werden. Hoe geheel
anders in de Republiek! Een opperbevelhebber ontbrak. Al stelde men
er een aanbleef hij toch ondergeschikt aan Hunne Hoog Mogenden
hunne gedeputeerden en gevolmachtigdenalle aanstellingen geschiedden
door of op voordracht van de bondgenooten, wraarbij het provinciale
eigenbelang de hoofdrol speelde.
Alvorens verder te gaan, vermelden wij tal van misbruiken en wan
verhoudingen, welke vóór den oorlog van 1672 in het Staatsolie leger
heerschten (2).
Den kern van het leger vormden de zoogenaamde oude regimenten
(1) Res. S. G. 18—1520, 22, 23 October, 5 November, Res. H 1 October 1G70, Res. S. G.
20 Januari. 2 Maart 1071.
(2) Vergelijk Valkenier, 't Verwerd Europa, bladz. 250-2G2.