286
wegens gebrek aan voorschriften groote willekeur heerschte. Al wat
niet verkocht of niet afbetaald was, bleef zijn eigendom en deed hij aan
zijn opvolger over; stierf hij, dan traden de erfgenamen in zijn rechten.
Voorschriften tot uniforme kleeding bestonden niet. Bij de cavalerie
was 't gebruikelijk om de compagnie op gelijke wijze, bij elke vernieu
wing meestal met veranderingen, te kleeden. Bij de infanterie waren
de gardes der stadhouders uniform gekleed, gewoonlijk ook de vaste
korpsen, vooral de regimenten Engelschen en Schotten. Uniform-klee
ding bemoeilijkte de desertie en het misbruik maken van passé volanten.
Langzamerhand werd de uniform-kleeding dan ook een zwijgende ver
plichting voor alle goed betaalde compagnieën. Moest het leger met
nieuwe korpsen of compagnieën worden uitgebreid., dan belastten de
kolonels en kapiteins zich met de oprichting. Nadat zij met den Staat
een capitulatie hadden gesloten, ontvingen zij het aanrits- of werfgeld,
zoomede de soldijenvan den dag der monstering. De werving geschiedde
zoogenaamd vrijwillig, doch zelden ten volle eerlijk, veelal met misbruik
van onwetendheid en lichtgeloovigheid der aangeworvenen. In 1671
klaagden eenige burgers van 's-Hertogenbosch hun nood „dat hare kin
derenniet mondich sijnde, buyten hare kennisse door listige ende
„quade practyquen van eenige onderofficieren werden gedebaucheert ende
„van hare winckelen ende handtwercken affgetruggeltende in herbergen
„geleyt, ende deselve daer hebbende mishandelt ende gedwongen tot
„eenich aenritsgelt te ontfangen, ende daer door haer tot den militairen
„dienst te obligeren, werdende daerop verder door de militaire macht in
„weerwil van de ouders uytte liuysen gehaelt, tot hunne droeffenisse
„ende verderff van de jonge jeucht" (1). Het door de wervers uitge
loofde aanritsgeld hing geheel af van vraag en aanbod. Wanneer het
leger op voet van oorlog werd gebracht, dan rees de markt; ze daalde
bij wapenstilstand of vredesonderhandelingen en werd bij het sluiten van
den vrede, cassatie en reductie beteekenendenagenoeg waardeloos. Zoodra
vrede in uitzicht kwamtrachtten de officieren zich door oneerlijke mid
delen schadeloos te stellenontsloegen de bestehoogst betaalde soldaten
en vervingen dezen door jonge, onbekwame recruten op lage soldij. Kwam
de nood aan den man, dan had de Staat geen tijd of gelegenheid om
na te gaan of alles bij de nieuwe lichtingen eerlijk, naar orde en recht
was geschied. De Staat verleende geen pensioen en trok zich weinig
van het verdere lot der oudgedienden aanhoogstens zond de generaliteit
een aanmaning aan de betaalsheerenals zij hunne geldelijke verplich
tingen niet nakwamen. Doorloopend hadden de monstercommissarissen
te kampen tegen de passévolanterye"; waartoe zich de knechten van
de officierenkoopliedendie den troep volgdenen lieden zonder bestaan
verleenden, soms kinderen, zelfs vrouwen, welke dan bij de monstering
(1) Res. S. G. 31 Maart 1671.