246 van den keurvorst of van den vijand, als gedurende den tachtigjarigen oorlog, moest een bron van onrust voor GelderlandUtrecht, Friesland, Overijssel en Groningen vormen, hetgeen een groot leger tot het keeren van invallen vereischte. Utrecht, Friesland en Groningen wilden, alvorens hulp te verleenen, kennis geven aan het Drievoudig Verbond. De keur vorst had aan de Franschen vrijen doortocht zijner landen toegestaan, waar zij als heer en meester optraden, hun verblijf door plundering en moedwil kenmerktenvele uit Staatschen dienst gedeserteerde landge- nooten voegden zich bij deze benden. De kolonel Josef Bamphield kreeg in 't laatst van 1670 opdracht om, zoodra tot een nieuwe lichting was besloten, in en nabij Keulen een regiment infanterie voor Holland te werven. Toen men in April van het volgende jaar begon zich „in „postuyr van defensie" te stellen, ontving de kolonel last de werving voort te zetten, den eed aan den magistraat der bisschopsstad af te leggen en, zoo noodig, aan de verdediging deel te nemen. Hunne Hoog Mogenden stonden den ingenieur Pieter van Woestinghoven eenige dagen af tot aanwijzing van noodig geoordeelde verbetering der versterkingen en zonden uit Wesel, Rijnberk, Emmerik en Rees 200 man „haer op het „setten van sooden verstaende". Zij raadden de stad Keulen krijgsvolk aan te nemen, met toezegging, wanneer de keurvorst de stad belegerde of mocht bedreigen, de regimenten Brembt en Pain et Vin te Maastricht gereed te houden om binnen zes uren na ontvangst der patenten ter hulpe te snellen onder bevel van den Rijngraaf van Salm, gouverneur van Maastricht. Hunne Hoog Mogenden zochten vruchteloos het een paar mijlen van Keulen verwijderde sterke, voordeelig gelegen kasteel Karpen, hetwelk indertijd door den koning van Spanje aan den keurvorst was verpand, in bezit te krijgen. Onder al deze bedrijven belastten Hunne Hoog Mogenden Godart Adriaan van Reede heer van Amerongen met hunne bemiddeling bij den keurvorst en bij de stad. Voorts ver leenden zij pardon aan de gedeserteerde Fransche soldaten, die bij den keurvorst in dienst waren getreden. In Januari 1672 sloot Keulen een zeer nadeelig verdrag met den keurvorst, volgens hetwelk de stad het bouwen eener citadel moest gedoogen. Het regiment Bamphield verliet weldra Keulen en werd over Rijnberk, Doesburg, Rees, Emmerik, Arn hem en Gennep verspreid (1). De Republiek was ook bedacht op een verdedigend verdrag met keizer Leopold en de Rijksvorsten. Hoewel de keizer heer was van Oostenrijk, Bohemen, Hongarije en Tyrol, oefende hij over het Heilige Roomsche Rijk niet veel meer dan een denkbeeldig gezag uit. Karel II van Groot- (1) Seer. Res. PI. 19 December 1670, 17 April, Res. II. 17 April, 17 Juli, 22 September, Res. S. G. 10 Maart27 April51825 JuniSeer. Res. S. G. 4 Maart2 C2526 Mei 30 Juni, 1, 16 Juli, 15, 17, 29, 31 Augustus, 3, 15, 24, 25 September, 3, 12, 19 October, 5, 30 November, 14, 21, 22 December 1671, Res. S. G. 5, 11, 13, 14 Januari, 16 Maart, Seer, Res. S, G. 1 Februari25 April 1672,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 266