255
herhaalden aandrang der Staten-Generaalwaarbij zij zich verklaarden
„onschuldich te syn van alle onheylen ende ongemacken", gaf de provincie
op 4 Maart toe, mits zij van haar aandeel in de equipage zooveel geld
mocht besteden als noodig voor de werving en het aanhouden van vier
compagnieën mariniers (1). Dientengevolge kwam op 7 Maart 1671 de
repartitie tot stand van onderstaande posten
Recruten voor alle compagnieën te voet tot 100 1.657.482— 78?
Recruten voor alle compagnieën te paard tot 80 874.211—1710*
Recruten voor 27 compagnieën van de lichting van
1665 tot 100332.488—15— 6}
10 regimenten te voet ad 14 compagnieën van
100 man1.724.016134
6 regimenten te paard ad 6 compagnieën van 80
ruiters826.255143}
Traktementen der regiments-officieren64.920—11
Aanritsgeld, vaandels en standaarden576.120
Voor de vloot3.000.000
Extra voor de fortificatiën225.000
8.780.495— 8— 4.
De afzonderlijke aanhaling van 27 compagnieën berustte op het vol
gende. Zooals reeds vermeld, was de lichting van 1665 bij resolutie
van 25 September 1668 uit den dienst ontslagen, uitgezonderd het regi
ment Wirtz ad 16 en het regiment Van Stein Callenpels ad 15, te
samen 31 compagnieën. Bij verdere afdanking en aanwijzing van com
pagnieën voor den zeedienst, waren de regimenten dermate verzwakt,
dat de Staten van Holland het aantal compagnieën van alle regimenten
te hunner repartitie op 14 brachten. Aangezien voorts de compagnie-
colonnelle van Wirtz boven de 100 man sterk was, moesten derhalve
27 compagnieën van de lichting van 1665 tot 100 man worden opge
voerd (2). Onder de uitgaven voor de nieuwe regimenten waren het aan
ritsgeld en de aanschaffing van vaandels en standaards begrepen.
(1) Res. R. v. St. 30 December 1670, Res. S. G. 3, 14, 19, 23, 31 Januari, 4, 9, 11 16
17, 27 Februari, 7 Maart, 15, 27, 24 Juni, 6 Juli, 3, 31 Augustus, 7 October, 26 December,
Res. H. 4, 18 Februari, 18 December, Res. R. v. St. 23 Juni, 4 Juli 1671.
(2) Res. S. G. 25 September 1668, Res. H. 19 Juli, 25 September 1669.