9
toffel Bernard van Galen (l)t Deze geestelijke heeren en eenige
hunnei buien, o. a. de paltsgraat Filips Willem, opvolger van zijn in
1653 overleden vader Wolfgang Willem, waren der Republiek geenszins
gunstig gezind. Toch leidde eenige jaren later hun staatkunde tot een
verbond, waarbij zij de woorden bezigden: „Wy en syn niet alleenlick
„nabuyren, maer oock een volck van gelijcke affcomstevan een Naturel
„cndo t samen soeckende den vreede met de goede consequentien van
„dien. Daer en is tegenwoordich onder ons geene vyantschap, als oock
„geen oorloch, den welcken U. Ho. Mo. voor den tijt van tachtentich
„jaeien gevoeit ende wij voor den tijt van dertich jaeren miserabelick
„beleeft hebben, dan door de vredehandelinge van Munster ende Osna-
brugge naer wensch van de geheele Christenheyt daer van gelibereert
„syn"' (2).
De verhouding met de Hanse-steden Breinen, Lubeck en Hamburg
wisselde naar oogenblikkelijke belangen.
In Zweden was koning Gustaaf Adolf in 1632 opgevolgd door zijn
zesjarige dochter Christina, die in 1644 de regeering in naam nan-
vaaidde, doch hgt bestuur geheel overliet aan den rijkskanselier Axel
Oxenstierna. Zweden bleef als beheerscher van de Oostzee, van Achter-
Pommeren en Rügen de machtigste Staat van het noorden. In 1645
had het bij den vrede met Denemarken vrijdom van de Sont-tollen ver
kregen. De Republiek der Vereenigde Nederlanden wenschte zich daar
van eveneens, in het algemeen handelsvrijheid over den geheelen „Ori-
zont", te verzekeren.
Koning Christiaan IV van Denemarken was in 1648 na een zestig
jarige regeering overleden en opgevolgd door zijn zoon Frederik III.
Dc ooi logen met Zweden, laatstelijk die van 1643 tot 1645 hadden het
lijk, waartoe Noorwegen behoorde, geheel uitgeput.
Be Zuidelijke Nederlanden vormden het hoofdtooneel van den oorlog
tusschen Frankrijk en Spanje. Hertog Karel III van Lotharingen en
prins Lodewijk II van Condé streden aan Spanje's zijde; gedurende den
winter kozen hunne scharen bij voorkeur verblijf in de zuidelijke grens
streken van de Republiek, welke daardoor duchtig van onrechtmatige
vorderingen en allerlei wandaden te lijden hadden. De Spanjaarden be-
pioefden herhaaldelijk bezetting te leggen in de drie landen van Over-
maze, in de verwachting daardoor de Chambremipartie van hun bezit-
ïecht te o vei tuigen. De Republiek trad tegen deze handelingen meer
op met schriftelijke protesten dan met krachtige middelen.
Portugal, waar koning Johan IV bij zijne troonsbeklimming de hulp
(1 it'bruai'i lü5L -Bisschop Ghristoffel Beknarl. was geboren in het aan
1 puns van Oranje toebehoorende Be vergeren,
(2) Res S. G. 23 Maart 1657.