283 en Italiaansche uit de gelederen weg te voeren. Dergelijke maatregel was ook voor de Republiek gewenscht, „aengesien verscheyde aengeno- „men soldaten uyt het voorschreve guarnisoen van Breda mede wech „geloopen waren ende siclr in de Spaensche Nederlanden onthielden Hoewel zich stemmen lieten hooren om „op het exempel van nabuyrige „Coningen ende Princen" een algemeen pardon voor deserteurs uit te vaardigen, bepaalde men er zich toe om indiensttreding bij vreemde mogendheden te verbieden. Zeer terecht was aan de soldaten in Staats - Vlaanderen „tot voorcominge van desertie" serviesgeld toegekend (1). Sinds het begin van het jaar meldden zich dagelijks Fransehe deser teurs aan te Maastricht, Breda, Grave, Ravestein, Sluis en elders; te bedenkelijker omdat deze garnizoepen door desertie van het eigen volk zeer verzwakten. Te Grave klom het aantal Franschen tot 85 pro cent van de geheele bezetting. Uit Ravestein vertrokken de meeste Franschen na een kort of lang verblijf zonder paspoort. Pas in 't laatst van Mei vonden Hunne Hoog Mogenden goed om de aanwerving van Franschen te verbiedenvan Britten en Hoogduitschers aan te moedigen. Men begon in te zien, dat de Franschen hoofdzakelijk als spionnen en verraders optraden, en ontdekte, dat koning Lodewijk in de voornaamste plaatsen bezoldigde personen voor dat doel onderhield. De Nederlandsche gezant G. A. van Reede-Amerongen rapporteerde dat de Franschman Mons. de Geran te Berlijn vertoonde „seer pertinente afteeckeningen vande situatie „vande seven provintien, met de geassocieerde Lantschappenhare Ste- „den, Forten, Rivieren, Canalen, Griften, Dammen en Sluysen, met „hare diepten, en ondiepten, die heel accuraat met de penne waren af- „getrocken, ende naer het oordeel vande geene diese gesien hebben, „met een singuliere opmerckinge van verscheyde Ingeniers moesten sijn „gemaeckt". Wonderlijk genoeg verleenden Hunne Hoog Mogenden in deze dagen v^m spanning nog verlof aan officieren naar Frankrijko. a. aan den commissaris-generaal Montbas, den kapitein Charles de Tail leper, heer van la Sauvetat, van het garnizoen Emmerik. De van verlof achterblijvende officieren kregen ontslag, o. a. de luitenant-kolonel Elie de Gentillot en de ritmeester Louis d'Estrades, zoon van den voor- maligen Franschen gezant. De kapitein Pierre de Geroux de la Fer- rière werd gecasseerd, omdat hij zonder verlof Wesel had verlaten, zijn compagnie in verwaarloosden staat achterlatende. Onder de Britsche deserteurs behoorde de kolonel John Scott van de werving van 4 Fe bruari. De gezant Johan Boreel had nog al de werving van Britten bijzonder aanbevolen. Door ondervinding wijzer geworden, bepaalden Hunne Hoog Mogenden op 3 Juni, dat alle officierengeboren onderdanen (1) Res. S. G. 19-, 20 Februari1518 28 Maart13 April1317 MeiRes. H. 21 Mei G. P. B. III 42 dd. 19 Maart 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 303