288 100 man; zij werden op 80 Augustus gelicentieerd. Vermoedelijk uit de vrijwilligers, formeerde men acht compagnieën waardgeldersden Ssten Juni tot één compagnie gereduceerd en in December gelicentieerd. De Staten van Groningen consenteerden in de aanneming van waard gelders. Bij besluit dd. 14 Juni van gecommitteerden werden officieren aan gesteld voor vier compagnieën ad 100 man met bepaling dat „de voorschr. „comp. werden gelegt buiten de staden in deselve niet angenomen „wrerden personen als die buiten de stad hunne woningen hebben", 't Is niet onmogelijk dat hiermede de vier vrijwillige compagnieën burgers worden bedoelddie later aan de verdediging der stad deelnamen. In Gelderland, Overijssel en Drente zijn meest waarschijnlijk geen compag nieën waardgelders opgericht (1). De Staten van Holland belastten kolonel Johan van Beveren, luite nant-kolonel Jean Pierre d'Armoise en sergeant-majoor Jean de la Grandmaison met de oefeningen van waardgelders en burgers te 's-Gra- venhage. De kolonel trad echter weldra als commandeur te Amster dam op (2). III. Algemeene bevelvoeringDe prins van Oranje wordt kapitein- generaal gedurende den aanstaanden veldtocht. Ook gedurende den oorlog bleven het oppergezag en het opperbevel over de krijgsmacht bij Hunne Hoog Mogenden berusten. Gezien echter de onmogelijkheid om de operatiën uit de verte te leiden, vaar digden zij gedeputeerden of gevolmachtigden af naar het leger te velde, die volgens hunne instructie veelal zelfstandig optraden. In de dagen der prinsen Maurits en Frederik Hendrik was hun macht beperkt; maar na 1650 bevatten hunne commissiën bepalingen, die hunals voor heen den kapitein-generaalvolmacht gaven om aangaande het gebruik der militie, na ingewonnen advies van aangewezen hooge officieren, te besluiten en uit te voerenwat zij te meesten dienste van den Staat en meeste afbreuk van den vijand nuttig achtten. Middelerwijl lieten zij niet na om in gevallen, waarvoor zij geen verantwoordelijkheid durfden aanvaarden, een beslissing van Hunne Hoog Mogenden uit te lokken; ook hadden zij angstvallig te waken om hunne bevoegdheden niet op het grondgebied van andere provinciën dan waar het veldleger zich bevond te overschrijden (8). Hunne Hoog Mogenden schikten zich op hun beurt naar de inzichten van de souvereine bondgenootenvan Hol land in de eerste plaats. De geest van Johan de Witt viel dan ook (1) Res. S. G. 22, 25 April, Seer, Res. S. G. 6 Mei, Res. Zoel. 30 April, Res. Friesl. 30 Maart, 25 Mei, 8 Juni, 17 Juli, 30 Augustus, 18 December, Res. Gron. 27 Maart, 14 Juni 1G72. (2) Res. H. 7, 9, 19 Juni 1672. (3) Res. S. G. 11 Mei 1671.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 308