299
„met een capiteijn boven en behalve de twee hoofftofficieren" luitenant
kolonel Hendrik van Weede en den sergeant-majoor; met het regiment
van kolonel Willem van Brembt, sterk acht compagnieën, 620 man
de kolonel door Holland geschorst wegens langdurige afwezigheid ten
slotte met het regiment van kolonel Mathijs van Asperen Heeswijk
hetwelk door Monterey uit de Spaansche Nederlanden was teruggezonden.
Men vei deelde nu de infanterie in 9 regimenten van 10 compagnieën:
Erskine, Kirkpatrik onder Livingstone, Meteren onder Paffenrode,
Zuylestein onder Weede, Heeswijk, Beaumont Manmaecker-Hofwegen
ondei Commersteyn Brembt onder Ringenbergh en Cary; bovendien zeven
compagnieën van de nieuwe werving onder Guichery en Verreycken. Ka
pitein Floris van Winteroy verving den kolonel Adam van der Duyn
van sGravemoer, bij diens vertrek naar het veldleger, als generaal der
aitilleiie; hij kreeg als adjudant Jacob Tuxin dit la Roche, gewezen
luitenant-kolonel van een regiment cavalerie in Franschen dienst. Uit
Biussel kwamen 31 gereformeerde Spaansche officieren als vrijwilligers
voor het eerste of tweede gelid; zij waren bekwaam in den belegerings-
aibeid, het werpen van handgranaten of andere goede diensten, en werden
in de beste woningen ingekwartierd (1).
Op 12 Mei had een alarmoefening plaats, waarbij het garnizoen de
loopplaatsen bezette. Wegens het uitblijven der soldij, bleek 't toen,
dat de soldaten „op het point waren van hare werken te verlaten ende
„aen den vyandt over te geven" (2).
In Juni kregen de regimenten Zuylenstein, Kirkpatrik, Meteren,
Asperen-Heeswijk en Beveren, als gevolg van het verlies der Rijnves
tingen, een nieuwe bestemming, resp. naar 's-Gravenhage, Heusden,
GeertruidenbergGorinchem en 's-Gravenhage, samen 38 compagnieën;
de omstieken van Maastricht waren zoodanig door de Franschen bezet
„dat den marsch met geen kans ter werelt heeft connen nogh mogen
„gewaecht werden". Drie compagnieën op Gelderland, tien op Utrecht
en een compagnie op Overijssel moesten wegens wanbetaling over andere
compagnieën worden verdeeld. Na nog andere wijzigingentelden de
negen regimenten infanterie, bij de monstering op 5 September98 com
pagnieën met twee afzonderlijke compagnieën te samen 8254 man, de
cavalerie 236 ruiters met 275 paardende grenadiers 61 man, de mineurs
41 man. De gedeputeerden meenden intusschendat te Maastricht alles
in zulk een goeden staat verkeerde, hun verblijf verder onnoodig was(3).
(1) Res. S. G. 13, 16, 26 April, 27 Mei, Seer. Res. S. G. 23, 31 Maart, 25, 29 April, 2,
6, 9 Mei, Res. R. v. St. 10 Mei, Res. H. 13 Mei, Verbalen gedeputeerden Maastr. ad. 22
April, 9, 11 Mei, 1, 3 Juni 1672.
(2) Seer. Res. S. G. 16 Mei 1672.
(3) Seer. Res. S. G. 11 Juni, Res, S. G. 20 Juli, Verbalen i. v, 11, 17 Juni, 25 Juli, 2,
5, 26 September 1672,