810 Juni verbond hij zich met den keurvorst van Brandenburg, een maand later (25 Juli) met de Republiek voor elf jaren tot handhaving van den in 1666 te Cleve gesloten vrede, waarbij hij beloofde een met den West- phaalschen vrede strijdig optreden tegen de Republiek geenszins te zullen gedoogen. Hij zou een leger van 5000 ruiters, 7000 voetknechten en eenige artillerie bij dat van den keurvorst voegen en het later tot 21000 man uitbreiden. De gezant Gerard Hamel Bruynincx kreeg opdracht om te Weenen de bepalingen van dit verbond te „perfectionneren". De subsidie, berekend op 45000 rijksdaalders per maand voor 24000 man, voor een andere sterkte naar evenredigheid, zou terstond ingaan, doch pas na afloop van den oorlog te betalen. Het „geperfectionneerde" tractaat kwam op 22 September tot stand, de uitwisseling der ratification ge schiedde op 12 December (1). Spanje had op 17 December 1671 te 's-Gravenhage met de Republiek een verdedigend verbond gesloten, den Ssten Februari gevolgd door weder- zijdsclie belofte van geen afzonderlijken vrede of wapenstilstand te zullen aangaan. De voor dien tijd verre reis naar Madrid in aanmerking nemendeliet de uitwisseling der ratification5 Aprilniet lang op zich wachten. Reeds in Januari waren Cornelis de Witt, Cornelis van Vrtjbergen en de Rijngraaf Frederik Magnus van Salm als gevolmach tigden van Hunne Hoog Mogenden naar den landvoogd Monterey te Brussel vertrokken tot bespreking van gemeenschappelijk te treffen mi litaire maatregelen „sonder echter dienaengaende yets finaals te sluyten". De afgevaardigden moesten den landvoogd overreden om de met het front naar Staats-Vlaanderen gelegen retranchementen aan de Brugsche Vaart of Leye te doen slechten, nieuwe versterkingen ter overzijde van de vaart met het front zuidwaarts aan te leggen; vervolgens de voor Spanje zonder, voor de Republiek van veel waarde zijnde forten Isabella en St. Donaes bij Sluis af te staan of te slechten. Monterey ging op deze voorstellen niet in. Na vertrek van de Witt naar de vloot, van den Rijngraaf naar Maastricht, zetten Caspar van Beuningen en Van Vrijbergen de beraadslagingen voort. Op 18 Maart kwam men overeen, dat ieder op zijn gebied het gezag over de beschikbaar te stel len bondgenootschappelijke troepen zou uitoefenen; bij een vijandelijken aanval moest Monterey 8000 ruiters zenden en door infanterie doen volgen, de Republiek minstens 10000 man leveren. Hunne Hoog Mo genden wezen voor hun contingent aan de regimenten van de kolonels Frederik van Nassau-ZuylensteinJohn Kirkpatrik, Walter Scott, Mathijs van Asperen, Theodorus van Vrijberegen, Daniel de Torsay, (1) Seer. Res. S. G. 19 Juli, 22 Augustus, 22 September, 7 October, Res. S. G. 21 No vember, 18 December, Seer. Res. H. 11, 25, 80 Juli, 25 Augustus, 17 September, 18 No vember, Res. H. 25, 26 Juli, 13 December, Res. Zeeland 10 September 1672,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 330