318 Nederlanden terug te roepen. Monterey verklaarde zich daartoe voor waardelijk bereid, maar wilde de toegezegde 1090 ruiters houden en de koningin-regentes aanraden geen oorlog met Frankrijk te beginnenwaar toe hare strijdkrachten te kort schoten. Op 28 April verliet Lodewijk XIV Parijs en voegde zich enkele dagen later te Charleroi bij zijn leger. Volgens bericht van den Nederland- schen zaakgelastigde te Parijs, C. C. Rumpf, bedroeg de sterkte der Fransche strijdkrachten, bestemd voor den veldtocht in de Neder landen het leger van den koning onder Henri de la Tour d'Auvernne, burggraaf van Turenne 31000 man infanterie, 12000 paarden, it. van Louis de Bourbon, prins van Condé17000 8000 it. van den maarschalk Franqois de Crequy11400 3600 59400 infanteristen, 23600paarden, samen 83000 hoofden. Het geheele Fransche leger telde meer dan 150000 man (1). De koning liet aan Monterey weten, dat hij met twee legers over Spaanschen bodem naar de Vereenigde Nederlanden wilde marcheerenstrenge marsch- discipline zou worden gehandhaafd, gegrond op de te St. G-ermain en Laye dd. 25 April uitgevaardigde „ordonnances du Roy", de eene „concernant „la Police que Sa Majesté veut estre gardée par les Trouppes de ses „armées tant dans les marches que dans les quartiers"; de andere „portant l'ordre et le rang que Sa Majesté veut estre gardé dans la „marche des bagages de ses armees": het meerendeel der strafbepalingen „sous peine de la vie". Het leger van den koning marcheerde van Pont de Pierre naar Hannut, tusschen Brussel en Maastricht. Aangezien de Franschen beide plaatsen even spoedig konden bereiken, viel het achterhouden der zes Staatsche regimenten door Monterey alleszins te begrijpen. Om hem daartoe toch over te halen, openden Hunne Hoog Mogenden uitzicht op afstand van Maastricht aan Spanje, waarop Mon terey een der zes regimenten, dat van Asperen-Heeswijkdaarheen zond. Bij den vrede van 1678 zouden Hunne Hoog Mogenden deze belofte niet vervullen. Toen de vrees voor Brussel en de Spaansclie Nederlanden luwde, kwamen eenige gedeputeerden en veldmaarschalk Wirtz te Ant werpen tot bespreking van den toestand. Monterey verklaarde ondubbel zinnig zooveel mogelijk te willen helpen. Niet alleen zond hij de vijf andere regimenten terug, maar voegde daarbij het Spaansche regiment van Maximiliaan van Merode, markies van Westerloo, bestaande uit (1) Zie Aanteekening N° 45.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 338