824 „leger den heden nacht onder de wapenen is geweest; onse swackheyt „van volck, door verloop ende sieckte noch seer vermindert, is soo „groot, dat soo wy worden geattaqueert eerder meerder secours is, soo „mogen U.E. wel vasten staet maken dat wij onmogelyck den vyant „niet connen te stuyten". Tevens vermeldden zij, dat de toch reeds onbetrouwbare burgerij der meeste Cleefsche vestingen op de vlucht was getogen, zoodat de Staatsche garnizoenen aan den Rijn „gewelt van „buyten ende verhinderinge van binnen te wachten hebben". Op dit schrijven verzochten Hunne Hoog Mogenden aan Utrecht om alle man schappen naar den Yssel te zenden; aan Gelderland om te letten op de verdediging van Nijmegen en Schenkenschans; aan de gedeputeerden om al hunne zorgen te wijden aan de verdediging van den Yssel en de Betuwe; aan Monterey en aan keurvorst Frederik Willem om hulp en bijstand (1). Op 5 Juni besloten Hunne Hoog Mogenden verzekerd van „de goede „conduite, vigilantie, onverdrietsamen arbeyt, ende yver, ende cordaat- „heyt van de heeren haere gedeputeerden ende gevolmachtigden, ende „Syn Hoogheyt, wel weten dat van hier geene ordres ofte resolutien met „vrucht connen affgesonden werden om aen haer te prescriberen off yet „ende wat met het Leger van desen Staet tegens deszelfs vianden ge- „daen, ofte ondernomen can werden" om zich met den Raad van State en corps naar Arnhem te begeven, ten einde „aldaer gehoort „d'ouverture, proposities, voorslagen ende sentimenten vande gemelte „Heeren hare Ho. Mo. gedep. ende gevolm. te velde, ende het ad vis „van den heer prince van Oranje als capiteyn-generael over de Legers „van den Staet, voor de jegenwoordige expeditie te velde soodanigh „delibereren ende resolveren, als deselve ten meesten dienste van den „Lande sullen oordelen te behooren". Slechts een deel van beide colleges begaf zich naar Arnhem. Het aldaar in de vergadering van 7 Juni uit gebrachte rapport schatte de sterkte der militie aan den Yssel, met in begrip der te verwachten versterkingen, op 14400 soldaten te voet en 7600 ruiters, alzoo „seer weynich ende geringh ten aansien vande for midable macht, die de Yyandt deser Landen t' samen hebben gevoert; „dat de gemeyne officieren over die voorsz. Militie gestelt, ten meesten „deele syn seer onbedreven ende de militie selfs t' eenemael ongediscipli- „neert, ende dat daeren boven soo wel de voorsz. Officieren als de voorsz. „Militie selfs niet met de grootste couragie syn aengedaen om den vyandt „het hooft te bieden ende te wederstaen, maer dat deselve syn seer „schroom ende schrikagtighdat de gewapende huysluyden derwaerts „gesonden syn 't eenemael onbedreven, ende niet van die consideratie, „dat van deselve veel dienst te verwachten is". Aangezien de Yssel-linie zich 26 uren uitstrekte, was het leger gesplitst in „kwartieren", welke (1) Seer. Res. S. G. 3 JuniRes. S. G. 6 Juni 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 344