8 36
Dezen verzochten den Prins en aan zeven lieeren om een antwoord op
te stellen. Kort te voren, op 8 Juli, hadden Hunne Hoog- Mogenden
den prins van Oranje tot kapitein-generaal en admiraal der Unie benoemd
welke benoeming elke kans tot het sluiten van een schandelijken vrede
uitsloot. Hunne Hoog Mogenden verklaarden dan ook den 21sten Juli
op grond van het uitgebrachte advies de vredesvoorwaarden voor „on-
„draegelyck ende onaennemelick (1). De resolution van de Staten-Generaal
en de Staten van Holland zwijgen over hetgeen den 20sten Juli in de
vergadering van eerstgenoemden was voorgevallen. Mr. Petrus Valcke-
nier geeft dienaangaande licht in ,,'t Verwerde Europa". De Prins ge
voelde zich bezwaard om advies uit te brengen, zoolang een der leden,
wien hij niet kon vertrouwen, aanwezig bleef. Dit sloeg op Pieter de
Groot, die zich daarop met andere Hollandsche heeren naar de ver
gadering van Hun Edel Groot Mogenden begaf. Terstond gaf de Prins
nu als zijn gevoelen te kennen „dat hij goet en bloet voor 't Land pre
senteerde en zich liever in stucken wilde laten kappendan op sulcken
„voet te tracteeren, en so schandelijken Yreede te sluyten, daeraen men
„niet behoorde te denken, veel min daar van te spreeken".
Pieter de Groot zoon van den vermaarden Hugo zwager van den
markies van Montbas, die gehuwd was met zijn zuster Cornelia, koos
voortaan vrijwillige ballingschap.
Aan het verlangen der Britsche gezanten betreffende een aanval op
Zeeland en Staats-Vlaanderen kon Lodewijk XiV niet voldoen wegens
den kort geleden ondervonden tegenslag van Claude Antoine de Dreux
markies van Nancré, gouverneur van Ath. Verblind door den voorspoed
der Fransche wapenen, had Nancré op eigen gezag zonder vergunning
van Monterey neutraal Spaansch gebied betreden, was met ruim
5000 man over Oudenaerde gemarcheerd en den 25sten Juni voor Aar
denburg verschenen, alwaar bij afwezigheid van den commandant, Joiian
Cau, die zich naar den prins van Oranje had begeven om te protestee
ren tegen het wegnemen van nagenoeg het geheele' garnizoen en het
gemis van de meest noodzakelijke krijgsbehoeften, de vaandrig -Elias
Beeckman het bevel voerde. Deze beschikte slechts over een gering aantal
soldaten en gewapende burgers; maar het onderlinge vertrouwen was
uitmuntend. In groote tegenstelling met den schier overal gebleken ont
moedigden toestand en de slechte verhouding tusschen burgers en mi
litairen toonden de ingezetenen van Aardenburg schitterend goed en
bloed voor de verdediging van hun vaderstad veil te hebben. Zij ont
vingen den vijand zoo krachtig, dat Nancré reeds op 27 Juni, met
achterlating van 620 gevangenen, smadelijk moest aftrekken. De Staten
(1) Ros. S. G. 4 15, 18, 20, 21, 23 Juli, Secr. Ros. S. G. 7 Juli, Seer. Res. H. 5, 7, 8
20 Juli 1672.