344 Jorman Winschoten, Winschoterzijl en het Huis ter Weelde; daarna keerde hij met zijn regiment, thans behoorlijk gewapend, naar Holland terug. Op 27 October ging de Bellingwolderschans over aan Rabenhaupt. In November hernamen de Groningers de Dijlerschansde Langakker- schans, waar de vijand nog stand hield, kon wegens het koude jaarge tijde niet genomen worden. Zoolang echter Coevorden in het bezit der Munsterschen bleef, konden zij van daar en van Steenwijk op groote afstanden straffeloos strooptochten ondernemen. In den nacht van 4 op 5 November reden 2000 Munsterschen tot voor de poorten van Groningen, namen eenige personen als gijzelaars mede en eischten maandelijks van de stad 4000, van elk kwartier der Ommelanden 6000 rijksdaalders (1). Door de toewijding van Meyndert van Thienen, schoolmeester te Coevorden doch naar Groningen gewekengelukte 't den 30sten Decem- bei weder in het bezit van Coevorden te geraken. De luitenant-generaal Rabenhaupt maakte in overleg met hem een plan van aanval opwaar van de uitvoering aan luitenant-kolonel Frederik van Eybergen werd toevertrouwd; de sergeant-majoor Jacob Wyller voerde de infanterie aan, de sergeant-majoor Johan Sickinghe de cavalerie. Het woord was „Hollandt" „het veltgeschreyGodt met ons!" het herkennings- teeken: „een bosje stroo op den hoed". Na een hevig gevecht maakte men zich binnen een uur van Coevorden meester. De Munsterschen leden zware verliezen; hun commandant Jan de Mooy sneuvelde. Rabenhaupt werd drost van Drente en gouverneur van Coevorden in plaats van Hendrik Willem Munster van Bernsau, heer van Rui nen, die zich bij den vijand ophield; de luitenant-kolonel Eybergen werd commandeur van Coevorden, Meyndert van Thienen commies van ammunitie (2). Eindigde het jaar 1672 voor velen onder vrij goede vooruitzichten, niet zoo voor Friesland en Groningen. De Staten van Friesland hadden het meermalen door Overijssel vertoonde heillooze voorbeeld van verdeeldheid gevolgdzoodat „twee diversche ende separate Staets-Vergaderingen", de eene te Leeuwardende andere te Sneekelkander het gezag be twistten, waardoor niet alleen de betaling der op de provincie gerepar- tieerde militie, maar ook van hun aandeel in de subsidies voor de geallieerden achterwege bleef. Hunne Hoog Mogenden zonden nog voor het einde des jaars gedeputeerden om de geschillen bij te leggen (3). Toen op *17 Augustus de vijand het beleg der stad Groningen opbraknam de stadsregeering den volgenden dag het Ommelander Staten-lid jhr. Oesbrandt vanRengers, heer van Slochteren, terwijl hij de vergadering van gecommit- (1) Ros. S. G. 15 November 1672. (2) Res. S. G. G Januari 1673. Zie voor do krijgsbedrijven in Overijssel, Drente en Gro ningen de pamfletten 10090—10117, 10502, 10503, 10695—10705. (3) Ros. S. G, 1624 DecemberRes. R. v. St. 5 December 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 364