345 teerden verliet, in strijd met de privilegiën, in arrest, onder beschuldi ging van gemeenschap met den Vijand. Deze handeling verbrak de eens gezindheid tusschen Stad en Ommelanden, welke pas [in 1678 werd hersteld. XIII. Krijgsverrichtingen van T ar enne. Tusschenkomst van de Kei- zerlijke-Brandenburgsche legers. De bezetting van de Betuwe door Turenne's legervervolgens de over tocht van den Rijn beneden Arnhem waren den vijand vergemakkelijkt door de Geldersche jonkers Christiaan- Barrevelt van Herwen en Hendrik Frederik Bentinck van Kemnade, die hem verraderlijk den weg en de beste punten tot overgang der rivieren hadden gewezen. Zij werden door Spaansch garnizoen van Maastricht gevangen gemaakt, doch buiten voorkennis van den gouverneur onder borgtocht voor een losprijs vrijgelaten, waarover Hunne Hoog Mogenden zich „ten hoogston „ontstight" gevoelden (lp Denzelfden dag, waarop Arnhem zich nagenoeg zonder slag of stoot overgaf (16 Juni), deed Turenne het fort Knodsenburg, bruggen hoofd van Nijmegen, dat aanvankelijk door kapitein Pieter Verschoor met slechts 330 man krachtig verdedigd werdvoor zijne wapenen bukken. Verschoor trok naar Groningen. Turenne nam onmiddellijk het tegenoverliggende Nijmegen onder vuur. Daarop wendde hij zich tegen het goed gewapende, wel voorziene en met 1200 man be wapende Schenkenschans, welke door de flauwhartigheid van den on ervaren 22jarigen Hendrik ten Hoove, die zijn betrekking alleen aan den invloed van zijn vader, burgemeester te Nijmegen te danken had, schandelijk verloren ging; de bezetting vertrok naar Coevorden. Op 22 Juni werden Johan van Deelen, heer van Lent, commandant van Voornc, en Willem Pieck, heer van Enspijk, commandant van St.Andries, door burgers en soldaten gedwongen om de hun toevertrouwde sterkten aan den vijand over te geven; zij vertrokken met de trouwgebleven manschappen naar Gorinchem. Een poging der Fransehen om zich meester te maken van Woudrichem en Loevestein mislukte door de onderwaterzettingen (30 Juni) (2). Minder gemakkelijk viel aan den vijand de bemachtiging van Nijmegen: moedig verdedigd door den luitenant-generaal Johan van WELDERENaan het hoofd van 10 compagnieën te voet, 9 te paard, 5 compagnieën waardgelders, te samen 2500 man, bovendien trouw bijgestaan door eenige compagnieën burgers van de stad, uit Utrecht, Reenen en Montfoort, mede ten getale van 2500 man. Turenne was genoodzaakt de stad aan de landzijde formeel te belegerenwaartoe hij een uur (1) Res. H. 13 Augustus, Seer. Res. S. G. 18 Augustus, Res. S. G. 17 December 1672. (2) Res. S. G. 22, 25, 29 Juli 1672. Zie over Knodsenburg pamfletten 10048 en 10063. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 365