348 Bohemen verzamelde keizerlijke leger sloot op 26 September ouder de bevelen van den veldmaarschalk Raimond van Müntecuccoli te Hil- desheim bij het Brandenburgsche aan. Kort te voren (22 September) was te Brunswijk een tractaat gesloten van „assistentie en mutuele „defensie" tot handhaving van den vrede van 1648, waarbij de deel nemers zich verbonden het navolgende aantal troepen ter beschikking te stellen keizer Leopold3000 paarden6000 voetknechten, koning Christiaan V van Denemarken. 3000 6000 keurvorst Frederik Willem 3000 6000 hertog George Willem van Brunswijk. 600 1200 hertog Rudolf August van Brunswijk. 400 1000 landgravin-regentes Hedwig Sophia van Hessen-Kassei 400 800 te samen. 10400 paarden, 21000 voetknechten, benevens de noodige artillerie (1). Zijdie op een tocht van de vereenigde legers door Munsterland naar de Republiek hadden gehoopt, kwamen bedrogen uit. Be Buit- schers vermochten tegenover Turenne den overtocht van den Rijn niet te forceeren en marcheerden door Hessen naar Frankfort, het welk zij op 16 October bereikten. Hunne Hoog Mogenden konden zich kwalijk „vernoegen met den marsch die syne churfurstelicke Boorluch- „ticheyt soo verre buyten om ende directelyck tegen het bewuste trac- „taet genomen heefft, sonderlinge dat deselve armee, nochte het volck „dat S. C. F. in Westphalen staende heeft, tot eenige de minste vyant- „lycke actiën tegeris de vyanden van den Staet genomen is" (2). Be keurvorst wilde thans hertog Karel van Lotharingen in de ge legenheid stellen om met 3000 paardenversterkt door 8000 Brandenburgers uit Lippstadt en Minden, aan den Rijn op te treden. Be hertog was daartoe alleen bereid wanneer Brandenburg en Hunne Hoog Mogenden hem verzekerdenbuiten hem om geen vrede met Frankrijk te zullen sluiten (3). Boch de keurvorst aartsbisschop van Mainz Johan Philip von Schoenborn weigerde den doortocht van zijn aartsbisdom, zoodat het Keizerlijke-Brandenburgsche leger een nog grooteren omweg moest afleggen om den Rijn te bereiken. Be vrees der Franschen, dat de verbondenen een overtocht bij Straatsburg zouden beproevendeed Condé, bevelhebber in Lotharingen, besluiten om, onder voorgeven van oorlogs- noodzaakde brug over den Rijn bij Straatsburg te vernielenwaarmede (1) Seer. Res. H. I Augustus, Res. H. 1, 11 Augustus, Secr. Rus. S. G. 13 Augustus 1672 Pamflet 10500. (2) Res. S. G. 16 September, 17, 18, 22 October, Secr. Res. S. G. 24 October, 7 No vember 1672. (3) Secr. Res. H. 18 November 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 368