34
de neutraliteit van hot Duitsche Kijk geschonden werd. 't Gelukte
den verbondenen om ten zuiden van Mainz den Rijn over te steken
en in de Paltz te dringen, doch Turenne'S'maatregelen beletten het
doordringen in Lotharingen. Half December besloten de verbondenen
tot een terugtocht over den Rijn en den Main, om zich door het Wester-
wald naar Westphalen te begeven. De aartsbisschop-keurvorst van Trier
Karel Kaspar van der Leijen, verklaarde tegen 5000 rijksdaalders per
maand de vesting Koblentz met het tegenoverliggende Ehrenbreitstein
ter beschikking van het Keizerlijke leger te stellen. Hunne Hoog Mo-
genden toonden zich bereid tot gedeeltelijke voorziening in de kosten,
zoodra beide plaatsen vanwege den keizer waren bezet (1). De keizer
lijken vestigden hunne winterkwartieren te Paderborn, de keurvorst van
Brandenburg de zijne te Lippstadt. De Brandenburgers stroopten af en
toe in Munsterlandde Munsterschen in het graafschap Mark. Monte-
cuccoli hield Keulen in bedwang.
XIV. Prins Willem III treedt aanvallend op.
De door den prins van Oranje ontwikkelde geestkracht verlevendigde
den moed en het vertrouwen bij het Staatsolie leger en maakte een
einde aan het ingekankerde geloof van onbekwaamheid tot eenige over
winning. Hoewel de wederzijdsche hoofdmachten door het water ge
scheiden en voor 't oogenblik groote krijgsbedrijven uitgesloten waren,
voerden beiden toch kleine ondernemingen uit. In den loop van Sep
tember hadden schermutselingen plaats bij Naarden, Ankeveen, 's-Gra-
veland, Vreeswijk en andere oorden, gelegen ten oosten van de Hol-
landsche waterliniezoodat 't den vijand onmogelijk werd Holland
binnen te dringen. De Prins bestuurde zelf een aanval tegen Woerden.
Daartoe deed hij in den nacht van 10 October door den generaal Fre-
derik van Nassau-Zuylenstein de Grovenbrug tusschen Utrecht en
Woerden, door graaf Willem Adriaan van Hornes het dorp Polanen be
zetten ten einde den volgenden ochtend te samen met hen en met vier
regimenten infanterie uit Bodegraven de stad in te sluiten. Doch het plan
lekte uit; Luxemburg werd bij tijds gewaarschuwdeen boer uit Kamerik
wees den Franschen den weg, zoodat de hertog met een deel der be
zetting van Utrecht verrassend tegen de Grovenbrug kon oprukken,
alwaar bij de troepen van Zuylenstein verwarring ontstond. De toestand
werd gered door de troepen van graaf van Hornes, die de Franschen
op de vlucht sloeg. Een tweede poging van Luxemburg slaagde beter;
't gelukte hem tusschen de stelling van Zuylenstein en Woerden door
te dringen en een aanzienlijke troepenmacht binnen de belegerde veste
te brengenwelke reeds in onderhandeling tot overgave was getreden.
Aangezien de Prins geen kans zag om zijn oogmerk tegenover de vijandelijke
(1) Seer. Res. S. G. 21G DecemberSeer. Res. H. 13 December 1672.