3üO overmacht to volvoeren, gat hij Level tot don aftocht. De verliezen aan weerszijden waren aanzienlijk; bij de Staatsoliën sneuvelden de heer van Zuylenstein on de luitenant-kolonel Andries Schimmelpenninck van der Oye. De Staten-Generaal oordeelden omtrent het mislukken der onderneming, dat „eenige van de militie haer niet na er behooren „hebben gecomporteert, ende door tlauwlierticheyt gemanqlieert haer „schuldige plicht te betrachten, ende dat die geene, die de executie van „saecken de artillerie concernerende was aenbevolen, daerontrent in haer „debvoir seer nalatich sijn gebleven, ende dat sij aen d'ander zijde „wederom met blytschap hebben vorstaen, dat de militie van den Staet „haer doorgaens vromelicken ende manhaftelicken gedragen, ende de „reputatie van den Lande seer wel waergenomen heeft" (1). Door het bezetten van nagenoeg alle veroverde plaatsen en het vertrek van Turenne naar den Rijn was het Fransclie leger sterk versnipperd. Van deze gunstige omstandigheden wenschte de prins van Oranje partij te trekken om Charleroi te bemachtigen, den vijand de gemeenschap met Frankrijktevens allen aanvoer van levensmiddelen af te snijdenzoo doende tot ontruiming van de Republiek te dwingen. De voorbereiding der onderneming geschiedde met groote geheimhouding. Alleen maakten Hunne Hoog Mogenden in het laatst van September bekend, dat een groote actie van het leger op til was, waartoe een extra som van 150.000 werd vereischt. Daaronder waren begrepen de kosten voor 10000pyrokken, even zooveel paren kousen en schoenen, benevens denoodige medicamenten. Ook moest voor den aankoop van 8000 handgranaten en 200 mortiergranaten worden gezorgd. Hoezeer Zijn Hoogheid op spoed had aangedrongen, kwamen de consenten voor dit geringe bedrag pas op 17 October van Zeeland, op 31 October van Friesland en Groningen binnen; in December had Zeeland echter nog geen penning afgedragen (2). Op 17 October vereenigde prins Willem III te Gouda de generaals ter bespreking zijner voornemens. De luitenant-admiraal De Ruyter was mede tegenwoordig en ontving opdracht om ongeveer 800 vaar tuigen klaar te maken tot vervoer der troepen. De Prins droeg zorg, dat een voldoende bezetting in de Hollandsche linie achterbleef, alwaar de bevelvoering bleef of werd toevertrouwd aan prins Johan Maurits van Nassau te Muiden, graaf Königsmark te Bodegraven, graaf Wil lem Adriaan de Hornes bij Goejanverwellesluis, den markies van Westerloo te Schoonhoven, veldmaarschalk Wititz te Gorinchem. De (1) Ros S. G. II, 13 October, Lias loopende 1072 dd. 11 October. Pamfletten Nrs. 10512, lOoDJ, 10515. Zeylensteix werd in zijne betrekkingen opgevolgd als kolonel der inl'an- teiie en ïitmeoster door graaf George Frederik van Waldeck, als gouverneur van Rroda door Kauel Florentin Wild- en Ru'ngraaf van Salm. Het generaalschap der infanterie bleef voorloopig onvervuld. (2) Ros. S. G. 28, 20 September, 1, 3, 17, 31 October, .12 December, Res. II. 27 Sep tember, Res. R. v. St. 30 September, 8 October 1072.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 370