éöi kolonel Francois Palm kreeg liet bevel over de tusschenpost bij Uit hoorn, halverwege Muiden en Bodegraven. Zijn regiment mariniers en het regiment van hertog Bernard van Sleeswijk-Holstein waren kort te voren uit Bergen op-Zoom te Muiden aangekomen. Omtrent hetgeen verder zou geschieden, bepaalden Hunne Hoog Mogenden zich tot de mededeeling, dat de Prins „een considerabel leger soo te paert als te voet bijeen getrocken hadde, hetwelck Hoochgedachte Byn Hoocheyt „van meeninge was eerstdaechs te doen ageren, soo als tot affbreuck „van den vyant voor den dienst van het lieve vaderlant ende liaer Ho. „Mo. genoegen bevinden sal te behooren". De Prins werd vergezeld door graaf George Frederik van Waldeck, den markies van Louvignies, den Rijngraaf Karel Florenïin van Salm, graaf Bernard van Witt genstein en den gedeputeerde Hieronymus van Beverningk. Graaf George Frederik van Waldeck, Pyrmont en Culemborg was reeds in September op voordracht van den prins van Oranje als derde veldmaar schalk in den dienst van Hunne Hoog Mogenden getreden „synde een „persoon van groote experientie, ervarentheyt ende capaciteyt ende die „van sijne couragie, dapperheyt ende beleyt soo in Duytsland als elders „veele notable preuven hadde gegeven"' (1). Prins Willem III hield op 7 November te Kozendaal een wapenschou wing over 18000 ruiters, 2000 dragonders en 8000 man infanterie. Den volgenden dag ving de marsch aan over Hoogstraten, waar liet kasteel aan den Rijngraaf behoorde, over Turnhout, Herenthals, Peer en La- naeken naar Maastricht. Tusschen Turnhout en Herenthals zond de Prins vijf regimenten infanterie, de artillerie en de bagage terug naar Bergen-op-Zoom, met bestemming voor het leger in Hollandte Maastricht kreeg hij voldoende hulp en aanvulling. Bij Peer ontmoette de Prins de uit Maastricht getrokken Staatsche en Spaansche ruiterij (2). Op 15 November trok het leger door Maastricht en sloot de Spaansche infanterie onder graaf de Margin daarbij aan, zoodat de sterkte van het leger-tot ongeveer 80000 man steeg. Nabij Eijsden, tusschen Maas tricht en Navaigne, werd een schipbrug gelegd. Den keurvorst-aarts bisschop Maximiliaan HeiNdrik van Keulen sloeg de schrik om het hart; hij vluchtte van Bonn, waar hij zich gewoonlijk ophield, naar Keulen. Het geheele aartsbisdom geraakte onder contributie van het Maastrichtsche garnizoen. Chamilly was in October te Maeseyck opge volgd door Jacques Henri de Durfort, hertog van Duras. Deze voelde zich te Maeseyck niet meer veilig en toog liooger de Roer op naar Was- semberg. Den 30sten November marcheerde de prins van Oranje naar (1) Res. S. G. liï September, 8 November, Seer. Res. H. 25 November, Res. H. 18 No vember 1072. (2) Res. S. G. 14, 19, 22, 25 November, Seer. Res. S. G. 22 November, 9 December 1«73.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 371