852 do zijde van Sittard om hem aan te tasten; doch de Maas en do Hoer konden wegens den buitengewoon hoogen waterstand niet worden overge trokken. Duras kon ongehinderd over een schipbrug tusschen Bonn en Andernach afmarcheeren en zich met Turenn'e vereenigen. De Prins liet het op 7 December bezette kasteel van Valkenburg in de lucht springen. Toen het leger op 10 December weder naar den linker Maas-oever trok, ver wachtten de Franschen een aanslag op Tongerendoch de Prins nam den marsch over Cortessem, Gelingen en Branchon naar Charleroi aan de Sambre. Graaf Walraven van Nassau en de markies van Louvignies berenden op 14 December de stad; de Prins vestigde twee dagen latei- het hoofdkwartier een kwart uur afstands verder te Gilly. De ingezetenen der Spaansche Nederlanden zorgden voor toevoer van levensmiddelen en brandhout; doch de vroeg invallende felle vorst belette den aanleg van loopgraven en geschutstellingen in den hard bevroren grond, terwijl de hevige koude het verblijf onder den blooten hemel voor het krijgsvolk ondragelijk maakte. De Prins gevoelde zich verplicht om bovendien aan Hunne Hoog Mogenden te berichten, dat „alle de ordres dewelcke men „gegeven hadde tot voorraet van soodanighe behoeften als tot dese „entreprise benoodigh waerenende de executie soodanich niet en zijn „achtervolght geweest als men hadde mogen hopen". De gouverneur Montalto was op 's Prinsen nadering naar Tongeren gegaan en wist versterking binnen Charleroi te brengen, bij welke onderneming aan Louvignies een hiel werd afgeschoten. Tot groote spijt der Spanjaar den besloot zijn Hoogheid het beleg op te breken. Aanvankelijk dacht men, dat hij het hoofdkwartier in het op 22 December door den kolonel markies van Monpouillan veroverde Binche zou vestigen, om na terugkeer van „een toer" met 3000 paarden naar 's-Gravenhage het beleg te hervatten. Doch op 26 December bevond de Prins zich in de abdij van Everbodem bij Sichem op terugweg naar het vaderland (1). Op 9 Januari 1678 rapporteerde de prins van Oranje in de vergadering van Hunne Hoog Mogenden „vant geene Syn Hoocheyt in de jongste „cavalcade met het leger van den Staet, naer ende ontrent de quartieren „van Maestricht, den Lande van Luyck ende Charleroy heeft verricht, „ende 't geene deselve is bejegent ende wedervaren". Hunne Hoog Mo genden betuigden hunne erkentelijkheid en bedankten den Prins „secr „affectueuselicken" voor „de goede voorsorge, onverdrietigen arbeyt ende „moeijte, die deselve bij continuatie hoe langs soo meer van dagli tot „dagli tot bescherminge ende bevorderinge van de dienst van den Staet „is nemende". Hieronymus van Beverningk kreeg eervol ontslag als gedeputeerde bij den Prins onder dankbetuiging voor „den ijver, vigilantie „ende voorsorge die hy allenthalven gedurende de voorschreve deputatie" (l) Res. S. G. 12, 21 December, Ros. II. 29, 91 December, S. G. Lias loopende 1672 dd. 17 December, idem 1075 dd. 20 December 1072, Pamflet N° 10524.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 372