Dit overzicht strekt tevens om de in Hoofdstuk I vermelde vermindering en uitbreiding van de Militie aan te vullen en toe te lichten. Daarbij zal 't blijkendat de sterk verwaarloosde toestand van het leger geenszins mocht worden verweten aan den Raad van Statemaar uitsluitend aan de zelfzuchtige, onverschillige houding, liet gebrek aan samenwerking tusschen de Souvereine Provinciën. Zelfs bij drei gend oorlogsgevaar bleven zij meer aandacht schenken aan eigen aangelegenheden dan aan de belangen van het algemeen. Bij den ontwerp-staat van oorlog van 8 December 1648 was een lijvig stuk gevoegd, getiteld „Redenen ende motiven by Syn Hoocheyt, Syn „Exc. Stadthouderende denRaedtvan State der Vereenighde Nederlanden „in sonderlinge consideratie genomen op de besogne van mesnage, daer „op vervolgens geformeert is het concept van den nieuwen Staet van „Oorlpge, die nu wert overgelevert (1). Aangezien dit ontwerp niets uitwerkte, bood de Raad op 4 September 1649 denzelfden staat nogmaals aan, met uitbreiding van de „Redenen „ende motiven". Ook deze poging bleef vruchteloos „tot leetwesen „van Syne Hoochstgedachte Hoocheyt, Excellentie en de Raedcn van „State, die daerdoor niet anders connen apprehenderen als verloop van „finantien ende confusie in den Staet" te meer, wijl de bondgenooten eigenmachtig tot cassatie van militie overgingen. Hoewel overtuigd om trent het verkeerde van dergelijken maatregel, diende de Raad van State op 15 Juli 1650 een gewijzigden staat van oorlog in met verminderde sterkte der militie, ten einde nog grootere, uit wanbetaling voortsprui tende onheilen te voorkomen. (1) Vergelijk bladzijde 14. 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 389