375 voor Frederik van Nassau-Zuylenstein, als commandeur der garnizoenen van Utrecht. Op Friesland en Groningenvoor prins Willem Frederik als provinciaal kapitein-generaal. Op Overijssel voor Anthony van Ha.ersolte als luitenant gouverneur der provincie. Op Groningen voor Rudolf Polman, als commandeur van Leeroord. De overige provinciënbehalve Frieslandhielden hare verklaringen achterwege, zoodat Holland tegen het einde des jaars verklaarde, niet volgens den staat van oorlog, maar volgens voormelde voorstellen van 2d Maart te zullen betalen. De Raad van State ondervond zoodoende weer nieuwe moeilijkheden tot samenstelling van den staat van oorlog voor 1656. De Raad meende dat de bondgenooten geen bedenkingen konden aanvoeren tegen de volgende aan te brengen wijzigingen - a. De formatie der vier compagnieën gardes van Holland, zooals door deze provincie na overlijden van George Gleser was vastgesteld. Hoe wel daarbij niet alle formaliteiten waren in acht genomenhad geen der bondgenooten zich er tegen verklaard. b. Weglaten van de „avances" of verhooging voor de compagnie van Wigbolt van der Does, lieer van Noordwijk, ten voordeele van vrij willig dienende edellieden (1). c. Uittrekken van traktement voor zes kolonels en zes majoors der cavalerie, met behoud van traktement voor de overigen tot hun over lijden. Nieuw aangestelde hoofdofficieren zouden slechts den titel be komen. d. De traktementen voor nieuwe hoofdofficieren bij de infanterie te bepalen op tweederde, dus: 100 voor den kolonel, 32 voor den luitenant-kolonel, 28 voor den majoor. Hiervoor vielen in de termen de kolonels Adriaan van der Myle, Cuyck van Meteren, Durfort d'Autiège, Walter Scott en eenige majoors. e. De traktementen der gouverneurs te brengen op twee-derde. De traktementen voor de commandeurs der garnizoenen van Utrecht en Overijssel, Frederik van Nassau-Zuylenstein en Anthony van Haer- solte, aan te houden tot hun overlijden. g. Verandering der nog bestaande kurassiers, zijnde de compagnie garde, van prins Willem Frederik en van Buat, in harquebusiers. h. Het traktement van David van Marlot als president van den krijgsraad te bepalen op 800 's jaars. De petitie met staat van oorlog voor 1656 bereikte op 27 Januari van dit jaar Hunne Hoog Mogenden. Men had zorg gedragen voor een betere repartitie der compagnieën; in verband met de opheffing van een der drie regimenten Schotten ontbraken de namen van kolonel Drummond en van zijne officieren; de naam van kolonel d'Estrades was op aan drang van Frankrijk weder ingevuld; de onlangs door den luitenant- (I) Zie Deel IV, bladz. 854.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 395