388
Cavalerie.
Infanterie.
Aantal
compag
nieën.
Sterkte.
Aantal
compag
nieën.
Sterkte.
Gelderland
3
180
24
1850
Holland
27
1570
214
16930
1
100
42
8225
6
345
24
1850
Friesland
7
365
55
4355
3
195
13
1025
Groningen
4
215
26
2110
1
50
4
335
52
3020
402
31680.
Met de laatste repartitie hield de algemeene verwarring geenszins op.
De provinciën waren eenstemmig bij cassatie en reductie, overigens
beriepen zij zich, in overeenstemming met het eigenbelang, willekeurig
op een der drie staten van oorlog vooj; 1667 of 1668, zoodat „het gebeurt
„is dat eenige vande provinciën uyt de voornoemde drie Staten haer
„Appetyt en Interest hebben genomen sonder haer op eenige Staet van
„oorlogh peremptoirlyck te verclarenbehalve de provinciën van Gelder-
„landt, Zeelandt en Stad en Lande, die alleene de gewoonlycke ordre
„hebben gehouden van haer versocht consent op de eerste ordinaris en
„extraordinaris Staet van oorloge binnen behoorlycken tijde in te brengen;
.„by welck consent en aenneminge de heeren Staten van Zeelandt sonder
„eenige de minste veranderingen zijn gebleven". Deze aanhaling maakte
een onderdeel uit van het in 1680 door de Staten van Zeeland tot de
Staten-Generaal gerichte betoog, dat zij hoegenaamd niet schuldig waren
aan het onbetaald laten van in 1668 afgewezen compagnieëndeze waren
niet vermeld op den door haar aangenomen staat van oorlog, zoodat ze
ook niet „afgewezen" konden worden genoemd. Na in 1668 de betaling
geweigerd te hebben, was Zeeland twaalf jaren later nog veel minder
daartoe genegen (1).
(1) Res. S. G. 2G Februari 1680.
Repartitie.