392
Totalen
per maand in volgens:
Repartitie.
Ordinaris staat van
oorlog van 15 Juli,
gearresteerd
18 Augustus 1650.
Ordinaris staat van
oorlog van
8 Januari 1672.
Extra ordinaris
staat van oorlog van
22 Januari 1671,
mede geldig voor
1672.
Gelderland
31.6371151
31.211—15— 1
40.660—10— IA
Holland
328.701—12—5
324.377—16—10
422.430— 0—101
Zeeland
51.770—13—4
51.081— 0— 6
66.529— 6— 7J
Utrecht
32.870— 2—3
32.435—10— 6
42.245— 5— 41
Friesland
65.740 -4-6
64.865— 5— 0
84.482—19— 91
Overijssel
20.132—18—8
19.862— 5— 3
25.86976j
Groningen.
32.870— 2—3
32.435—10— 6
42.245541
Drente
5.699—17—9
5.562— 0— 0
7.244—12— 71?
569.423— 2—71
561.798— 3— 8
731.707— 8— 31?
Totaal voor 1672 1.293.50511111?.
Bij de maandelijks vereischte uitgaven van liet jaar 1672 dienen bij
laatstvermeld totaal nog te worden gevoegd de sommen begrepen in de
buitengewone petities (1).
De servies- of logiesgelden (2) dienden tot betaling der huisvesting van
militairen in de garnizoenen. De daarvoor op te brengen sommen waren,
met opgave van aangewezen garnizoenen, op den staat van oorlog ver
meld. De Staten-Generaal zorgden voor de uitbetaling aan de stedelijke
magistratendie verder met de zorg voor de huisvesting waren belast (3).
De aanwijzing der garnizoenen buiten de provinciën was in verband met
het totale bedrag der provinciale quoten aan veelvuldige verandering
onderhevig. Volgens den staat van oorlog voor 1661 werd door de pro
vinciën serviesgeld betaald voor onderstaande garnizoenen
door Gelderland: Nijmegen, Arnhem, Doesburg, Zutphen, Tiel, Bommel,
Bredevoort en Grol, voorts Wcsel, Burik en Orsoy;
(1) Zio bladz. 2G0 e. v.
(2) Zie Deel IV bladz. 3G1.
(3) Res. S. G. 21 Juni 1633.