1
398
door Holland: Heusden, GeertruidenbergBrielle, Clundert, Amster
dam, Dordrecht, Delft, Schiedam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Schoon
hoven, Gorinchem, Woudrichem en Yianen; voorts Rees, Emmerik,
'sHertogenboschBreda, Willemstad, Bergen-op-Zoom en Steenbergen;
door Zeeland: Vlissingen, Veere, Axel en Neusen; voorts Hulst, Sas
van Gent en bijbehoorende forten;
door Utrecht: Utrecht, Amersfoort en Reenen, voorts Grave en Rave-
stein
door Friesland: Leeuwarden, Franeker, Dokkum en Harlingen; voorts
Emden
door Overijssel: Deventer, Zwolle, Kampen, Steenwijk, Hasselt en
Oldenzaal
door Groningen: Groningen, Delfzijl, Bourtange en Coevorden;
door Drenthe, voor 1 compagnie paarden te Coevorden.
Na den vrede van Munster werden de serviesgelden naar de voor
stellen der Staten-Generaal van 15 Juli 1650 tot de helft verminderd en
volgens onderstaanden maatstaf ter maand van 32 dagen berekend.
Infanteriekapitein
d
co
c+3
Cavalerie; ritmeester met
3 paarden
3— 8.
luitenant
2- 0.
luitenant met
2 paarden
2— 8.
vaandrig'
2-10.
kornet met
2 paarden
2—18.
sergeant
0-17.
wachtmeester
1— 0.
tamboer
0-12.
trompetter
0—18.
soldaat
0-12.
ruiter
0—18.
De vendrig en de kornet ontvingen iets meer dan de luitenantsomdat
zij verantwoordelijk waren voor de bewaring van het vaandel of den
standaard. Deze regeling bleef van kracht, met uitzondering, dat in
1667 de serviesgelden met een-derde, in 1668 met de helft tijdelijk
werden verhoogd.
Sommige steden sloten met den Staat een contract, zooals Maastricht
in 1668, volgens hetwelk de magistraat de serviesgelden op vroegeren
voet zou betalen tegen een jaarlijksche uitkeering door den Staat van
8000 (1).
De drieledige bemoeiing van betaalsheerenGeneraliteit en magistraat
veroorzaakte even zooveel opvattingen en daaruit voortvloeiende stoornis.
Wij volstaan met enkele der menigvuldige klachten en opmerkingen.
's Hertogenbosch wilde in 1658 niet langer getrouwde ruiters bij de-
burgers logeeren, omdat deze sinds negen jaar geen betaling van Holland
hadden ontvangen (2). De magistraat van Nijmegen wenschte geen
(1) Eos. R. v. St. 9 April 1(308.
(2) Res. R, v. St. 12 April 1G5$.