89Ö B. HOOGERE BEVELHEBBERS EN HOOFDEN VAN. JUSTITIE. a. Kapitein-generaals van de Unie. Dg stadhouders waren tevens kapitein-generaal over de militie van hunne stadhouderschappen, bovendien admiraal-generaal in de zee-pro vinciën. Afschaffing van het stadhouderschap bracht het gemis van een provincialen kapitein- en admiraal-generaal mede. De rij der kapiteins- en admiraals-generaal van de Unie werd bij het overlijden van prins Willem II afgebroken. Telkens wanneer tusschen 1650 en 1672 een gedeelte van het leger te velde trok, ging men over tot de benoeming van een tijdelijken opperbevelhebber. Na de verande ring van zaken in 1672 benoemden Hunne Hoog Mogenden op 24 Fe bruari prins Willem III tot kapitein-generaal voor den aanstaanden veld tocht, op 8 Juli tot kapitein-generaal van de Unie (1). b. Provinciale bevelhebbers. Deze werden gekozen en aangesteld door provinciëndie met andere een zelfden stadhouder bezatendan wel stadhouderloos waren. Zij voerden uitsluitend het bevel over de militie binnen de provincie en hadden geen bijzonderen rang. Tusschen 1648 en 1672 bekleedden deze betrekking in Gelderland: 1666—1673 graaf Otto van Limburg en Bronkhorst heer van Stirum (2); in Utrecht: 16461672 Frederik van Nassau-Züijlenstein- in Overijssel: 16411672 Anthqnij van Haersolte, na zijn overlijden opgevolgd door kolonel Diederik Stecke (3); in Groningen: luitenant-generaal Karel Rabenhaupt, baron van Sucha, volgens capitulatie van 31 Mei 1672 belast met het bevel over de op Stad en Lande gerepartieerde troepen, onder het beleid en het opperbevel van den stadhouder, kapitein-generaal der provincie (4). c. Veldmaarschalken. Johan Wolfert Brederode veldmaarschalk sinds 1642, overleed op 8 September 1655. De Staten van Holland verzetten zich hardnekkig tegen de benoeming van een opvolger. Op 25 Januari 1657 verschenen zij „en corps" in de vergadering van Hunne HoogMogenden met het betoog, dat in vredestijd een veldmaarschalk even goed kon worden gemist als een kapitein-generaal; in geval van noodzakelijkheid was 't (1) Comm. S. G. 21 Februari, 8 Juli 1672. (2) Ros. Gelderland 16 Januari 1666, Ros. R. v. St. 19 December 1668. (.8) Ros. R. v. St. 5 Mei 1672. (4) Res. R. v. St. 16 Juli 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 419