M De Rijngraaf van Salm, sinds 1644 commissaris-generaal, kreeg m 1668 tot opvolgers Anthony van Haersolte als eerste, Johan van Welderen als tweede commissaris-generaal (1). In 1672 werden tot com missaris-generaal benoemd Jean Barton de Bret markies van Montbas de veel besproken man van het Tolhuis en Ludolf van Steen- huijzen, lieer van Heumen; de laatste bedankte, aangezien zijn gestel niet „tot fatigues gedisponeert" was; doch Hunne HoogMogenden bepaalden dat hij niettemin de betrekking had te aanvaarden (2). e. Generaals der infanterie. 1. Generaals. De eerst benoemde generaal der infanterie was Frederik van Nassau Zuylensteinnatuurlijke zoon van prins Frederik Hendrik, op 12 April 1672 benoemd, een half jaar later bij Woerden gesneuveld (8). Voorloopig kreeg hij geen opvolger. 2. Luitenant-generaals. Frederik van Nassau-Zuylensteinin 1668 benoemd, was mede de eerste luitenant-generaal bij het wapen (4). Bij zijne bevordering in 1672 tot generaal stelden Hunne HoogMogenden twee luitenant-generaals aan: Hans Willem van Aylua, die tevens de betrekking vervulde van luitenant-admiraal van Friesland, en graaf Coenraad Christoffel van Königsmark (5). De door de Staten van Groningen tot luitenant-gene raal benoemde Karel Rabenhaupt, baron van Sucha, ontving geen commissie van de Generaliteit (6). 8. Sergeant-majoors- of wachtmeesters-generaal. Na de benoeming in 1672 van Hans Willem Aylua tot luitenant- generaal, van graaf Willem Adriaan de Hornes tot meester-generaal der artillerie, ontvingen de kolonels John Kirkpatrik en Otto graaf van Limburg en Bronkhorst, heer van StirumWischBorculo en Gemert, hunne aanstelling tot sergeant-majoor-generaal (7). (1) Comm. S. G. 17 Januari 16G8. Traktement 250, te velde 500 ter maand. Anthony van Haersolte overleed 16 April 1G70. (2) Res. S. G. 12, 22 April, 9 Juni, Res. H. 14 Mei 1G72. Ludolf van Steenhuysen werd meestal heer van Hum genoemd, verbastering van Heumen of Hoemen, op de Neder Veluvve. (3) Res. S. G. 12 April 1G72. In tal van offieieelo stukken wordt lay Frederik Hendrik genoemdin de commissie-boeken komt li\j alleen voor onder den naam Frederik. (4) Comm. S. G. 17 Januari 1GG8. Traktement 500, te velde 1000 ter maand. (5) Res. S. G. 12 April 1672. (6) Res. R. v, St. 16 Juli 1G72. (7) Res. S. G. 12 April 1G72. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 421