1621 en de repartities van de jaren 1626, 1627 en 1628, tot 81 De cember 1648; voorts zou betaald worden volgens den staat van oorlog van 8 December 1648 tot 1 September 1650, den dag der cassatie en reductie; van dezen datum, volgens den nieuwen staat van 15 Juli 1650 (1). Wellicht waren na uitvoering van deze besluiten de gemoederen tot rust gekomen, de verschillende inzichten met elkander in overeenstem ming gebracht, wanneer niet de onverwachte dood van prins Willem II alles weder op losse schroeven had gesteld (2). Zijne Hoogheid stierf in den avond van 6 November 1650 aan de kinderpokken. Zijne we duwe Henriëtte Maria beviel acht dagen later van een zoon, den later zoo beroemd geworden Willem III. Nog op den dag van zijn geboorte ontvingen de Staten-Generaal een aanbeveling namens Hare Hoogheid om den jongen prins Willem Hendrik met de waardigheden van zijn vader te bekleeden (8). De prinses zou den roem van haar eenig kind niet belevenzij overleed den 24sten December 1660 te Londen, waar een half jaar te voren haar broeder Karel II den troon van Groot- Brittannie had beklommen. Koning Karel I verloor den 30sten Januari 1649 het leven op het schavot. Het koningschap maakte plaats voor een Republiek, waar de protector Olivier Cromwell gedurende elf jaren als despoot nog wille keuriger regeerde dan de koning. Diens oudste zoon, de prins van Wallis, hield zich afwisselend op in Jersey, in Frankrijk en in de Ne derlanden om beschikking te krijgen over troepen, schepen en geld. Zijne aanhangers, ook de leden van de Staten-Generaalspraken hem aan met den koninklijken titelin Schotland werd hij als koning erkend. De Staten van Holland bejegenden hem beleefd, doch wilden hem niet van dienst zijn. De prins van Oranje had zich aanzienlijke geldelijke offers getroost om zijn schoonbroeder bij te staan. De Staten-Generaal hielpen hem zooveel zij vermochten, doch verlangden inderdaad naar Karel's vertrek; want niet alleen pleegden de door hem aangeworven, uit Staatschen dienst ontslagen of uit de Fransche- en Spaansche legers gedeserteerde Engelsche en Schotsche soldaten ongeregeldheden te Rot terdam, Hellevoetsluis en elders, maar de koninklijke schepen onder prins Rupert van de Palts hielden zich voortdurend gereed om in de Nederlandsche havens met de Parlements-schepen slaags te geraken. Zelfs had de jonge koning zonder machtiging van de Staten-Generaal batterijen op het hoofd van Helle voetsluis gebouwd (4). In Juni 1650 (1) Res. R. v. St. 13, 17, 18, 20, 22—21 Augustus, 15, 21 September, Res. H. 13, 18 Augustus, Res. S. G. 18, 23, 27 Augustus 1650. (2) Zip verder Hoofdstuk II. (3) Res. S. G. en Res. R. v. St. 11 November 1650. (1) Res. S. G. 12, 11 Augustus, Res. H. 8 October, 13, 16, 20, 30 November, 1 December, Res. R. v. St. 21 November 1618. Zie Aanteekening N°. 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 42