410 Repartitie. Aantal compagnieën X aantal paarden. Te samen. Gelderland, i Holland Zeeland Utrecht Friesland Overijssel Groningen. Drente 2X50 2 compagnieën 100 paarden. 1 X 250(1), 1 X100 (2), 1X50(8), 6X60,18 X 50 27 1 X 100 (4) 1 1X50(5), 2X60, 3 X 50 6 7X50 1 X 60, 2 X 50 3 1 X 60, 3 X 50 j 4 2X50 2 1660 100 320 350 160 210 100 52 compagnieën 3000 paarden. Overeenkomstig de reductie, voorgesteld door den Raad van State op 11 November 1660 en van kracht verklaard bij resolutie der Staten- Generaal van 16 Februari 1661kwamen de gardes Holland van 250 op 150-, de gardes Zeeland van 100 op 80-, de compagnieën-colonnelle van 60 op 4-5-, de gewone compagnieën van 50 op 45 paarden. Blij kens nadere resolutie van den Raad van State dd. 22 en 23 Februari bleven de compagnieën van prins Johan Maurits van Nassau ad 100, van den Rijngraaf van Salm ad 60 paarden ongewijzigd. Do naar deze beginselen opgemaakte staat van oorlog dd. 12 April bevatte de vol gende sterkte aan cavalerie (6) (1) Volgens den staat van oorlog „compagnie van Z. II. geleid by den graaf van Dohna", in werkelijkheid thans compagnie gardes van de Staten van Holland en West-Friesland. (2) Compagnie van prins Johan Maurits van Nassau. (3) en (5) Compagnieën van prins Willem Frederiic van Nassau. Compagnie van wijion prins Willem II onder Buat, thans ook genoemd „gardes van Zeeland". (6) Staat van oorlogindex Raad van State NH 12(55,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 430