418
Aantal
paarden.
Dragonders te paard
per 42 dagen.
Dragonders te voet;
per 42 dagen.
4
2 kapitein en jongen 248
2 kapitein en jongen 175
3
2 luitenant en jongen 99
2 lui tenantenjongen
65
3
2 kornet en jongen
94
2 vendrig en jongen
60
4
2 sergeanten
112
2 sergeanten
60
3
3 korporaals
84
3 korporaals
54
1
1 fourier
24
3
3 trommelslagers.
72
2 trommelslagers.
254
1
1 pijper
24
1
1 schrijver
24
1 schrijver.
12—12
1
1 chirurgijn
24
1
1 hoefsmid
24
1
1 provoost
24
74
74 dragonders.
1776
41 dragonders
516—12
lOOpaarden
94 hoofden
£2629
55 hoofden9688.
Holland nam in 1678 een belangrijken maatregel ten voordeele van de
regimentsofficierenwaarbij bepaald werd dat, met ingang van 1 Mei 1672,
weder traktement zou worden genoten de kolonel 800de luitenant
kolonel 100, de majoor 80, de adjudant bij de cavalerie 4715,
bij de dragonders 32—11—9, de chirurgijn 20—5—6, de kwartier
meester bij de cavalerie 5718, bij de dragonders £25, de provoost
bij de cavalerie 2368, bij de dragonders 20 (1).
Prins Johan Maurits van Nassau stelde als luitenant-generaal der
cavalerie groot belang in het wapen. Hij wenschte eenheid te brengen
in de kalibers van karabijn en pistool, het achterste deel der rusting te
verlichten en niet langer schootvrij te houden vooreen pistool, in tegen
stelling met de order op de wapening van 20 October 1639, welke gelijke
3chootsvrijheid voorschreef voor het voorste en het achterste deel (2).
De in het begin van 1652 gedane voorstellen kwamen pas vier jaren
later bij den Raad van State in behandeling. In 1656 zond de prins aan
den Raad nieuwe modellen, als bij zijne compagnie en bij die van rit
meester Johan Munnich in gebruik: de karabijn korter dan het gewone
model en geschikt tot behandeling met de rechterhand. De nieuwe mo
dellen waren te Maastricht verkrijgbaar, als: de karabijn voor 6—5,
de blanke wapenon en de pot (metalen hoofddeksel) voor 1410, de
bandelier met riem, haak en beslag voor 316, te samen 2411
(1) Res. H. 18 April, 26 Augustus 1673.
(2) Zie Heel III bladz. 288Deel IV bladz. 351.