459 gecommitteerde raden van het Noorderkwartier de volgende hoeveelheden aan 800 gestikte bandeliers, waarvan 400 met rood, 400 niet zwart kalfsleder gevoerd, 200 bandeliers voor mariniers, per stuk ad 24; 7 blanke potten ad 339 bruine potten ad 116; 21 blanke ringkragen ad 111, bruine ringkragen ad 1136 forketstokken ad 1buskruit ad 34 de 100 Ht; musketkogels ad 1010 de 100 (1). In 1672 werd de infanterie verrijkt met een nieuwe instelling: de grenadiers, wier voornaamste taak gedurende het gevecht zou bestaan in het werpen van handgranaten. Deze waren reeds lang in gebruik, zonder dat bepaalde manschappen voor de bediening waren aange wezen. Bij het Fransche leger deelde men in 1667 bij elke compagnie van het „régiment du Roy" een gewezen Lotharingsch regiment vier grenadiers in. In 1670 werden zij tot een compagnie vereenigd. Het voorbeeld vond navolging bij de andere Fransche regimenten, in .1672 bij het Staatsche leger. Het voorstel van den meester-vuurweiker Jordaan van Haren, die zich in het voorjaar van laatstgenoemd jaar te Maastricht onledig hield met het vervaardigen van handgranaten, om als kapitein te worden aangesteld over een compagnie „granadiers" droeg de goedkeuring weg van Holland en andere bondgenooten. Ongelukkig ging ze niet gepaard met een behoorlijke aanwijzing van betalen, ook niet voor de door Jordaan geleverde handgranaten. In Mei kon hij pas over 14 man be schikken; in Augustus had hij 1500 voor de levering te vorderen, waarover op de generaliteits-kantoren niet kon worden beschikthij werd afgescheept met de raadgeving om zich tot de gedeputeerden te velde te wenden. Intussehen was een compagnie van 100 grenadiers opgenomen onder de troepen der lichting van 21 Februari. Ze werd met de ge lijktijdig opgerichte compagnie mineurs op den staat van oorlog voor 1673 opgenomen onder de compagnieën infanterie ter repartitie van Holland (2). Prins Willem III wees bovendien de compagnieën van baron Johan Diederik de Heyde en van den kapitein der mariniers graaf Johan Bel- gicus van Hornes aan om tot grenadiers geformeerd te worden (3). De staat van oorlog voor 1673 vermeldt echter een desbetreffende aanteeke- ning alleen ten opzichte van laatstgenoemde compagnie. In 1670 bepaalde de Raad van State, dat bij elk regiment „eenparigh „marsch geslagen worde en dat in de vaendels gestelt worde den Leeuw (1) Res. Gec. Raden Noorderkw. 3, 7 Februari 1672. Potten zijn ijzeren hoofddeksels. (2) Res. R. v. St. 7 Januari, 10 Mei, 13 Augustus, Res. S. G. 19, 29 Januari, Res. H. 23 Januari, Seer. Res. S. G. 6 Mei 1672. (3j Res. R. v. St. 24 October 1672.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 479