27 a. het beleid van alle militaire zaken, rakende de Generaliteit, zoo mede de beschikking over het krijgsvolk, aan den Raad van State op te dragen; b. het recht van garnizoens-veranderingen binnen de provincie toe te kennen aan de betrokken provincie; c. andere garnizoens-veranderingen te laten bewerkstelligen door den Raad van State, volgens door de provinciën goedgekeurdemet redenen omkleede aanvragendezen behielden het recht om een verplaatsing der op hare repartitie staande compagnieën te weigeren, doch waren verplicht ten opzichte van compagnieën op de repartitie van anderen bij herhaalde aanvragen toestemming te geven; d. het vergeven van alle militaire ambten te doen geschieden door de bondgenooten e. door de militie de vereischte eeden te laten afleggen aan de Gene raliteit, aan de provincie waarop zij gerepartieerd was, aan de provincie waarin zij verblijf hield en aan den magistraat der stemhebbende steden waar zij in garnizoen lag (1). Deze voorstellen leidden op de groote vergadering tot breedsprakige redevoeringen, geenszins tot een bevredigende uitkomst. Om verder nutteloos debat te voorkomenkwam Holland met een nieuw voorstel waarbij onderscheid gemaakt werd tusschen de zaken van zuiver provin ciaal beleid, waarover niet meer behoefde te worden beraadslaagd, en die waarbij de belangen van de Unie gemoeid waren (2). Tot de eerste soort rekende de provincie a. het al of niet aanstellen van stadhouders; b. de aanstelling van commandeurs en majoors in de steden en forten c. het bewaren der stadssleutels en het uitgeven van het woord; d. de rechtspleging over niet zuiver militaire delicten; e. het vergeven van kolonel- en kapiteinschappen bij troepen te harer repartitie f. garnizoens-veranderingen binnen de provincie; g. eedsaflegging als reeds was voorgesteld. Tot de tweede soort behoorden 1. Punten, waarover men het reeds eens was, als: a. het vergeven van gouvernementen, commandementen van steden en forten buiten de stemhebbende provinciën, van de hooge militaire charges inbegrepen de kolonels over de vreemde regimenten, op te dragen aan de Staten-Generaal b. het vergeven van majoorschappen in steden en forten buiten do stemhebbende steden, op te dragen aan den Raad van State; (1) De eedsaflegging aan den stedelyken magistraat kon aanleiding tot verwarring geven (Res. H. 15, 24 April, 16 Mei 1652). (2) G. V. 13 Februari 1651,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 47