460 „van cle Generaliteit", ingaande zoodra cle regimenten op Holland uit 14 compagnieën zouden zijn samengesteld. Dit was tevens een vinger wijzing aan de Staten van Holland om hun besluit van 1666, waarbij de formatie der regimenten op 14 compagnieën was bepaald, doch in geringe mate uitgevoerd, te volvoeren. Moest men daarop wachten, dan zou elke regeling uitblijven. De Staten-Generaal drongen daarom in het volgende jaar bij den Raad aan op voorschriften betreffende „het slaen „van den Trommelslagh ofte Marscli, ende het gebruycken van de veld- „teeckenen onder de Militie van den Staet". In overleg met de veld maarschalken besloot de Raad, dat ten opzichte van den tromslag het oude gebruik zou gehandhaafd blijven, met dien verstande dat het ver zoek van den kolonel om een anderen zou worden toegestaan. De veld- teekenen zouden voortaan zijn „van een zelfde couleur, sulcx als de „selve onder de Militie vande Nederlantsche natie is gerecepieert" (1). De niet nauwkeurige omschrijving van de laatste bepaling was slechts voor een enkele uitlegging vatbaar, beteekenendedat ook in het Stad- houderlooze tijdperk de oranje sjerp en in 't algemeen de oranjekleur, waarmede het leger langer dan een eeuw den vijand onder de oogen had gezien, behouden bleven. De Staten van Holland wezen, in afwijking der voorschriften van den Raad van State, in 1671 het verzoek af van kolonel Johan van Be veren om voor zijn regiment den ouden Nederlandsch-Waalschen tromslag te behouden en bepaalden in Februari 1672, dat alle compagnieën van een zelfde regiment dezelfde marsch, vaandels en wapenen zouden gebruiken. Afbeeldingen en beschrijvingen van vaandels uit dit tijdperk zijn zeer zeldzaam. Betreffende de vaandels der compagnieën van het in 1671 opgerichte, aan het Noorderkwartier van Holland toegewezen regiment van kolonel Pain et Yin, bepaalden gecommitteerde Raden, dat „de „grond vande voorsz. vendels sal werden genomen van blaeuwe couleur „met het wapen van "West Yrieslandt aen de stengen ende daerover „soodanige vlammen als gemelte colonnel sal welgevallen" (2). B. HET REGIMENTS VERBAND. Meer dan de helft der infanterie was op Holland gerepartieerd. De tot deze provincie behoorende regimenten telden een ongelijk aantal com pagnieën, waarvan zelfs enkele op andere provinciën gerepartieerd waren. In 1655 waren de Hollandsche regimenten volgender wijs samengesteld (1) Ros. R. v. St. 10 Juli 1670, Res. S. G. 18 Maart, 16 April, Res. R. v. St. 25 Maart 1671. (2) Res. H. 2 Juni 1671, 5 Februari 1672, Res. Gec. Raden Noorderkw. 18 Maart 1671.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 480