vendien waren vele compagnieën door het gestadig afnemen van soldaten voor den zeedienst dermate ontwricht, dat de Staten van Holland in 1657 er ernstig over dachten om de compagnieën twee aan twee tot een compagnie samen te trekkenvaceerende kapiteinsplaatsen lieten zij onaangevuld en droegen in 1660, in verband met den aandrang tot reductie der militie, aan gecommitteerde Raden op om voorloopig geen luitenants- of vaandrigsplaatsen te begeven. Het gebrek aan kapiteins werd zoo groot, dat de Staten van Holland in 1661. op één dag 56 kapi teins moesten benoemen (1). Sinds 1664 trad merkelijke verbetering in. In genoemd jaar toch werd onder kolonel Duco van Hemmema een regi ment opgericht van compagnieën, gerepartieerd op Friesland, Groningen en Drente, terwijl de Staten van Zeeland er eindelijk toe overgingen om hunne 32 nationale compagnieën in drie regimenten in te deelen onder de kolonels Maurignault, Schotte en Vrijbergen. Het volgende jaar richtte Utrecht een tweede regiment op onder kolonel Aquïla. In 1666 brachten de Staten van Holland hunne regimenten op 14 compagnieën en formeerden een nieuw regiment onder kolonel Robbert van Ittersum uit 14 overgebleven afzonderlijke compagnieën (2). In 1667 gaf de Raad van State in overweging om alle nog bestaande afzonderlijke compagnieën onder een of ander regiment te brengenopdat ze niet alleen als garnizoenstroepenmaar ook te velde mochten gebruikt worden, liefst elk regiment samengesteld uit 14 compagnieën en op een enkele provincie gerepartieerd. Het voorstel ging pas in 166S naar de provinciën en was zoodanig uitgewerkt, dat alle regimenten 14 of 15 compagnieën telden door bijvoeging van 48 der in April aangenomen zoogenaamde gedetacheerde compagnieën, doch slechts voor den tijd, gedurende welke deze compagnieën in dienst bleven (3). Van de uit breiding bleven vijf regimenten Franschen en het regiment gardes Holland uitgesloten. Laatstgenoemd regiment bevatte 10 compagnieënwaaronder die van George de Hartoge, heer van ValckenborchMeynard de Per ceval, Willem van Hulsbergen, Otto van Limburg, allen sergeant majoor bij verschillende regimenten: een toestand, waarin hoog noodig moest voorzien worden, hetzij door verwisseling van compagnieën of door afstand te doen. Twee compagnieën op Overijssel, die van den kolonel Arent Jurrien van Haersolte en van den luitenant kolonel Christoefer van Voorst gingen tijdelijk over bij het regiment 462 (1) Res. H. 19 Januari, Res. R. v. St. 21 December 1057, Ros. H. 17 October 1000, 2 Augus tus, Res. R. v. St. 0, 9, 10 Augustus 1601; zie bladz. 109, 111. (2) Res. Friosl. 22 April-2 Mei, Res. Zeel. 10 December 1004, Ros. Utr. 10, 10 Augus tus 1005, Res. H. 23 Maart 1000. (3) Van de 61 op te richten gedetacheerde compagnieën besloot Holland om 13 onbegeven te latenzie bladz. 287.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 482