465 b. De regimenten op Holland. 1. Garde van prins Willem II; 1651 gardes Holland (1). Het regiment „Guardes" onder bevel van kolonel George Gleser, met Adriaan Cuvck van Meteren als luitenant-kolonel en Willem de Levin, heer vanFAMARs, als sergeant-majoor, was in 1648 samengesteld uit de compagnie garde van prins Willem II ad 400 man onder den kapitein luitenant Adriaan Doublet, de compagnie garde van den veldmaarschalk Johan Wolfert van Brederode ad 200 hoofden, en de compagnie vuur roers van Johan Diederik Bouman ad 50 hoofden. Na het overlijden van prins Willem II bepaalden de Staten van Holland op 7 April 1651 dat „de Guarde van Sijn Hoogheid onsterffelijker „Memorie" voortaan zou heeten „Guarde van de Edele Groot Mogende „Heeren Staten van Holland en West-Vrieslandt"zij hernieuwden voor kolonel Gleser de acte van 26 Augustus 1688 als commandant. In Mei legden alle soldaten in de Koekamp te 's Gravenhage „by esquadrons of „corporaelschappen" een nieuwen eed af van „getrouwigheid en gehoor zaamheid". De traktementen van den hof-, den stal-, den onderstal meester en van 10 „domesticque edelluyden" werden gemortificeerdde helle bard iers van wijlen Zijn Hoogheid als geappointeerden geplaatst onder de garde, ten einde bij plechtige gelegenheden dienst te doen (2). Het vroegere regiments verband hield tevens op. In 1655 werden de 2e en de 8e compagnie met andere compagnieën vereenigd tot een nieuw regiment onder den kolonel Adriaan Cuyck van Meteren, hetwelk nog vele jaren den naam van „oude guardes" bleef voeren (3). De kolonel Gleser overleed op 22 April 1652; de kapitein-luitenant Doublet bleef het bevel voeren. De formatie van de 400 man sterke compagnie gardes Holland bleek vooral ondoelmatig als ze bij onge regeldheden moest optreden, zooals in 1654 tegen de te 's-Gravenhage uit Brazilië wedergekeerde soldaten. De Staten van Holland besloten dientengevolge „omme te prevenieren alle confusie, moetwillicheden „ende insolentien" hun garde te verdeelen in vier gelijke troepen, elke opgevoerd tot een sterkte van 165 man door incorporatie eener com pagnie van 65 hoofden. De vier nieuwe compagnieën kwamen onder de kapiteins Pieter de Perceval, kwartiermeester-generaal van het leger, Pieter van Wassenaer, heer van Sterrenburg, Johan van Beaumont en Michiel Pauw. De kapitein-luitenant Doublet kreeg de compagnie van wijlen luitenant-kolonel Filips van Thienen. Pieter de Perceval was alleen bevoegd tot het voeren van het bevel over (1) Zie Deel IV bladz. 229. (2> Res. H. 11 Februari, 10, 17, 19 Mei, 29 Juli. De ep Zeeland gerepartieerde liellebar- diers van den Prins behielden hun traktement tot einde Juni 1G53 (Res. Zeel. 25—27 October 1(353). (3) Zie bladz. 471. 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 485