466 alle compagnieën onder de wapenenhet visiteeren van do wachten het rapporteeren van bijzonderheden aan gecommitteerde Radenvoorts van dezen de orders te ontvangen en verder uit te geven. De vier kapiteins hielden rang van jongsten kolonel, hetgeen aanleiding gaf tot onaangenaamheden met nieuw aangestelde kolonelszij moesten in persoon met hunne compagnie de wacht betrekken, vooral als Hunne Groot Edel Mogenden staatsgewijze vergaderden (1). De Staten van Holland benoemden bij resolutie van 27 April 1657 Pieter van Wassenaer tot opvolger van den op 19 Februari te voren overleden Pieter de Perceval. In 1659 voegden zij bij de viermaal 165 man sterke garde vier gewone compagnieën van 65 en twee van 50 man. Yan de aldus tot 1020 man opgevoerde sterkte werd een regiment ge formeerd met een compagnie-colonnelle van 120- en negen compagnieën ad 100 hoofden, de hoofdofficieren zonder verhoogden rang. De compag nieën, die te 's-Gravenhage verblijf hieldenontvingen hooger trakte ment (2). De hoofdofficieren van het nieuwe regiment gardes waren Kolonels. Comm. R. v. St. 12 Februari 1659. Pieter van Wassenaer-Sterren- burg (3). Res. R. v. St. 27 September 1668. Johan van Beaumont; geboren 1609, overleden 9 Augustus 1695. Luitenant-kolonels. Comm. R. v..St. 12 Februari 1659. Joiian van Beaumont. Res. R. v. St. 27 September 1668. Willem de Bondt. Res. R. v. St. 16 Maart 1671. Paulus Buijs. Majoors. Comm. R. v. St. 20 Februari 1659. Pieter de Vlaming van Outshoorn. Comm. R. v. St. 27 Juli 1661. Willem de Bondt. Res. R. v. St. 27 September 1668. Paulus Buijs. Res. R. v. St. 16 Maart 1671. Joiian Bloys van Treslong. Het korps bleef als ten tijde van prins Frederik Hendrik „eenparig „en in goed fatsoen" gekleed, zooals trouwens blijkt uit de teekeningen van „Johan Boxel's Kryghs-Oeffeninge" en uit de lastgeving aan de kapiteins van twee nieuwe compagnieën om deze „te voorsien van soo- „danige wapenen ende cleederen als onder het voorsz. regiment gedraagen „ende ge voert werden" (4). (1) Res. H. 7 Augustus, 17 September, 3 October, Seer. Res. H. 7 Augustus, Res. S. G. 13 Augustus, Comm. R. v. St. 15 Augustus 1G54, Res. H. 1G Maart 1G55, 7, 8 December 1G57, 18 Januari 1659. (2) Res. H. 25 Januari 1G59. (3) Hij was commandeur van de Duitsche Orde, balije van Utrecht, De Staten van Holland kenden hem in 1GG3 een jaarlyksch pensioen toe van 2400, onder voorwaarde dat hij nimmer zou solliciteeren naar eenig gouvernement of commandoment (Ites. IJ. 29 Novem ber 1G63). Toch werd hij in 1GGG gouverneur van Willemstad en Glundert. (4) Res. Gecomm. Holl. 19 Maart 1G72.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 486