De door vreemde mogendheden voor beperkten tijd „bij capitulatie"
beschikbaar gestelde subsidie-troepen kwamen geheel onder het gezag
der Staten-Generaal en werden op de provinciën gerepartieerd. Daaren
tegen kwamen de door bondgenooten „bij tractaat" geleverde hulptroepen,
ook al ontvingen ze subsidieniet verder onder bedoeld gezag dan
volgens de overeengekomen bepalingen.
Op 6 Mei 1672 kwam een tractaat met Brandenburg tot stand, waarbij
keurvorst Frederik Willem zich verplichtte om een leger van 20000
man op de been te brengenwaarvoor de Republiek aan werfgeld
onderhoud gedurende drie maanden en geschenken ruim 500.000 had
te betalen. Het met keizer Leopold I op 25 Juli d. a. v. gesloten trac
taat verplichtte de Republiek tot betaling eener subsidie van 45.000
ijksdaalders per maand, zoodra 24000 man onder de wapenen waren
gebracht (1). Beide legers vormden hulptroepen.
Op 19 September 1665 werd met de hertogen van BrunswijkLune-
buig, George Willem van Cell en Ernst August, evangelisch bisschop
van Osnabruckvoorloopig voor vier maanden een capitulatie gesloten
onder de leuze „de quade desseinen" van den bisschop van Munster
tegen te gaan (2). De hertogen verbonden zich om een leger van 4000
paarden en 8000 man infanterie onder de wapenen te brengen, daarvan
terstond de helft ter beschikking van de Republiek te stellendoor
hertog George Willem 1250 ruiters en 2000 voetknechten, door hertog
Ernst August 750 ruiters en 2000 voetknechten, de cavalerie verdeeld
in viei ïegimenten van 500 paarden, elk regiment van zes compagnieën
de infanterie in vier regimentenelk van tien compagnieën ad 100 man.
Bij het tot deze macht behoorende treinpersoneel waren ingedeeld een
kolonel, een majoor, twee kapiteins, twee luitenants, vier stukjonkers,
vijf predikanten, oen veldscheerder met een veldpaal, 42 constabels, een
biugmeester, een pctardier, een smid, een radermaker, een zadelmaker,
twee wegbereiders, twee schermmeesters, twee stalmeesters, een schrijver,
(1) Zie bladz. 308, 309.
(2) Zie bladz. 153 en Aanteekening N° 10.
Index R. v. St. N° 1903 bevat de met de hertogen van Brunswy'k-Luneburg in 1005 en
1608 gesloten capitulaties.