502 Brunswijk-Luneburgsche troepen afgedankt. De Republiek moest de kosten voor het vervoer tot of nabij Lingen dragen. Het vertrek ging met groote moeilijkheden gepaard. De hertogen waren in onderhandeling getreden met Venetië tot het leveren van 2490 man, en verzochten dat deze „alhier mochten werden geembarqueert ende de saecke soo lange „secreet ghehouden, opdat het volck, als dewelcke dit employ souden „degousterenniet en mochte verloopen". Men zou ze inschepen, zoo genaamd met bestemming naar de Elbe. Viel zulks „buyten alle ver- „wachtinge door de defiance off'te oppositie vande voorschreve militie „niet uyt te wercken",dan moest over land worden gemarcheerd. Zoo geschiedde 't. De marscli door de Republiek onderscheidde zich door wanordelijkheden en geweldplegingin het land van Vollenhove had zelfs een gevecht plaats tusschen Staatsche- en Luneburgsche ruiters. Aangezien de provinciën in hare geldelijke verplichtingen te kort schoten, bleef de Republiek groote sommen aan de hertogen schuldig, hetgeen zich bij latere onderhandelingen wreekte (1). (I) Res. S. G. 22 Augustus, 15, 19, 24, 25, 27 September, 2, 5, 10, 13, 26 October, 13 December, Res. R. v. St. 22, 25, 27 September, 6 October 1668, Res. S. G. 5 Februari 1669,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 522