522 De Cleefsche plaatsen Wesel, Emmerik, ReesOrsoy en Genneponder liet gebied van den keurvorst van Brandenburg. Op 6 Januari 1667 kwam een reglement tot stand regelende de wederzijdsche bevoegdheid tusschen de besturen dezer plaatsen en de Staatsolie garnizoenen, volgens hetwelk Hunne Hoog Mogenden zich met de fortificatie-werken belastten zonder bezwaar voor de ingezetenen; de soldaten mochten geen ambacht ol neering uitoefenenalleen bij elke compagnie tot eigen gerief een hoef smid, een zadelmaker en een zwaardveger (1). .Rijnberk, onderhoorigheid van Keulen. Ravesteinheerlijkheid van den hertog-paltsgraaf van Nieuwburg. De Oost-Friesche plaatsen Einden, Leeroord en Dylerschans. 11 GOUVERNEURS EN COMMANDEURS. Aardenburg. Commandeurs. Acte 13 Augustus 1646. Hendrik Frederik van Inthiema. Comm. S. G. 2 Augustus 1656. Willem de Perponcher Maisonneuve; wordt 1667 commandeur van Sas van Gent. Comm. S. G. 7 Maart 1667. Johan Cau. Bellingwolde. Commandeurs. 7 Augustus 1648. Dato Albert van Bonnema. Comm. S. G. 16 December 1655. Johan Gruys. Comm. S. G. 19 November 1663. Aernout Huingha. Bergen-op-Zoom (2). Gouverneurs. Sinds 1643. Bodewijk van Nassau La Deck, heer van Beverweerd; wordt 1658 gouverneur van 's Hertogenbosch. Comm. S. G. 25 October 1658. Prins George Frederik van Nassau. Commandeur. Sinds 1647. Karel Manmaecker, heer van Hofwegen. Bommel. Commandeurs. 1653. Joan van Dorp. Comm. S. G. 9 September 1658. Joachim van Gent, heer van Mein- derswijk. Res. R. v. St. 26 Juni 1672. Assuerus van den Boetzelaer, heer van Leeuwen. (1) Res. II. 8 Februari 1GG7. (2) Zie Aanteekening N° W- ,f*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 542