525
Lan gakkersch ans.
Commandeur.
Res. S. G. 5 Maart 1666. Feijo van Burmania.
Loevestein en Woudrichem.
Commandeurs.
Sinds 1636. Caspar Bloys van Treslong.
Acte 30 Juli 1650. Adriaan Cuyck van Meteren.
Maastricht.
Gouverneurs.
Sinds 1641. Graaf Johan Albrecht van Solms.
Comm. S. G. 9 November 1648. Frederik Magnus van Salm, Wild-
en Rijngraaf.
Commandeurs.
Sinds 1639 (1). Hartman Godfried van Stein Callenfels. Na zijn
overlijden, 16 November 1667, scheidden de Staten-Generaal de door
hem bekleede betrekkingen van commandeur en sergeant-majoor of
wachtmeester der stadzij droegen laatstbedoelde op aan Alexander
de Zoete de Lake van Yillers (2).
Comm. S. G. 19 November 1667. Robbert van Ittersum (3).
Comm. S. G. 25 Maart 1669. Lewis Erskine.
Nijmegen.
Commandeurs.
1635—1662. Cornelis VAN Aerssen van Sommelsdijk, heer van Spijk.
Sas van Gent.
Commandeurs.
Sinds 1647. Enno Ferentz.
Comm. S. G. 28 December 1658. Willem Jan Cabeljaü.
Comm. S. G. 6 Juli 1662. Maurice de Grenu.
Comm. S. G. 5 Maart 1667. Willem de Perponcher Maisonneuve.
Schenkenschans.
Commandeurs.
1636—1661. Eustachius Puchler.
Res. S. G. 26 October 1658. Albert van Bemmel, waarnemend (4).
1661—1672. Albert van Bemmel.
1672. Hendrik ten Hoove.
(1) Acte vernieuwd bij Comm. S. G. 23 November 1651.
(2) Res. S. G. 19 November 16G7.
(3) li. van Ittersum was van 1G44 16G1 drost van Daelhemsinds 1GG0 kolonel dei
infanterie.
(4) De kapitein Albert van Bemmel kwam met zijn compagnie over uit Sluis. Hij was
door de Staten van Gelderland belast met de waarneming van het beveltot groot misnoegen
van Puchler, die vóór zijn vertrek naar Denemarken het bevel aan den oudst aanwezigen
kapitein, Hans van Hittjnoa, had overgegeven (Res. S. G. 4 November 1658, 5,14 Maart 1Go9).