529
Ra veste inheerlijkheid van den hertog-paltsgraaf van Nieuwburg.
Commandeurs.
Sinds 1644. Johan van Merode, heer van Rummen.
Comm. S. C-. 14 Juli 1654. Matthijs van Asperen, heer van Heeswijk.
Comm. S. G. 13 September 1670. Feyo van Heemstra.
De Oost-Friesche bezettingen.
Emden.
Commandeurs.
Sinds 1645. Hessel Megkema van Aylua. De magistraat weigerde
hem als commandeur te erkennen. In 1650 stelde hij het comman
deurschap in handen van Hunne Hoog Mogenden (1).
Sinds 1646. Johan van Aysma, waarnemend. In 1654 werd het recht
van benoeming tot commandeur opgelost: de benoeming zou ge
schieden door de Staten-Generaal op voordracht van de stad (2).
Res. S. G. 28 Augustus 1659. Hans Hendrlk Erentreyter. Benoemd
door den magistraat na overlijden van Johan van Aysma zonder
machtiging van de Staten-Generaal. De zaak werd in der minne
geschikt. Hunne Hoog Mogenden erkenden Erentreyter als comman
deur, ingevolge instructie van 28 Augustus 1659 (3).
Comm. S, G. 19 Augustus 1665. Tjallingh van Sixma.
Comm. S. G. 6 Maart 1671. Arent Ludolf Gockinga.
Res. S. G. 3 December 1672. Hendrik van Steenhuysen tot Folckerda,
waarnemend, wegens bedanken van Gockinga.
Leeroord.
Commandeurs.
Sinds 1641. Rudolf Polman.
Comm. S. G. 9 Juni 1656. Rudolf Sijgers.
Dylerschans.
Commandeurs.
Comm. S. G. 12 Juni 1664. Jacob Cocq.
Comm. S. G. 28 Februari 1662. ï.taerd van Andringa.
C. MINEURS.
In het vredesjaar 164S dankte de Republiek de mineurs af. De kapi
tein Jan van de Vijver genaamd Rigou behield half traktement; hij
overleed in 1651. De luitenant en negen mineurs, allen „heel oudt ofte
„lam, verminct off kreupel" kwamen op de lijst der geappointeerden (4).
(1) Res. S. G. 7, 8 April, 20 Mei, 15 Juni, 12 Augustus, 7 September 1049, 28 Maart 1050
(2) Zie Deel IY bladz. 177. Res. R. v, St. 25 Juni 1054.
(8) Zie bladz. 128.
(4) Ros. S. G. 8 December, Ros. R. v. St. 23, 29 December 1048, 25 Januari, 13 Februari
1649, 23 Augustus 1651.